Jean-François Lagrot
Vleermuizenvangers

Pandemiejagers patrouilleren in de jungle

Diep in de jungle van Kameroen nemen onderzoekers monsters van vleermuizen, apen en andere dieren, op zoek naar nieuwe virusvarianten die tot een volgende pandemie zouden kunnen leiden.

Uitgerust met motorfietsen en machetes trekken de onderzoekers van het instituut CREMER maandelijks diep de Kameroense jungle in. Ze doen dit om vleermuizen te vangen en te ontleden en apenpoep te verzamelen.

Zo zetten de onderzoekers een lokale basis op, verrichten ze autopsie op de dieren en houden ze een register bij. Dan wordt alles naar de hoofdstad van Kameroen, Yaoundé, gestuurd voor verdere analyse.

Hoewel de symptomen verschillen, hebben alle grote pandemieën gemeen dat het om zoönoses gaat, besmettelijke ziekten die van dieren op mensen zijn overgedragen.

Het doel ligt dan ook voor de hand: het onderzoeksteam jaagt op verdachte virusuitbraken om tijdig alarm te slaan en een nieuwe pandemie te voorkomen.

Onderzoekers vangen vleermuizen in het donker

Een vleermuis is gevangen in een net
© Jean-François Lagrot

Het CREMER-team is gespecialiseerd in het afnemen van bloed en feces van dieren om meer te weten te komen over virustypen. Na zonsondergang spannen ze een lang net om de vleermuizen te vangen en monsters te nemen, waarna ze de dieren weer vrijlaten.

Coronavirus gedijt in vleermuizen

Vleermuis wordt onderzocht
© Jean-François Lagrot

Sinds 2016 hebben onderzoekers bij vleermuizen meer dan 200 coronavirussen en verschillende soorten filovirus (ebola en marburg) gevonden. Zeven virustypen zijn reeds op mensen overgedragen, en van drie typen zijn mensen ernstig ziek geworden.

Onderzoekers nemen monsters van de vangst van jagers

Een antilope wordt opengesneden
© Jean-François Lagrot

Kleine antilopen, duikers genoemd, dragen waarschijnlijk ook het filovirus. Lokale jagers helpen bij het vangen van de dieren, en onderzoekers nemen monsters. De onderzoekers leren de plaatselijke bevolking hoe ze besmetting kunnen voorkomen.

Nylondraden vangen kleine vleermuizen

Harpachtig instrument vangt vleermuizen
© Jean-François Lagrot

Zelfs de kleinste vleermuizen komen niet weg. Een reusachtige ‘harp’ van nylondraden vangt ze tijdens de vlucht. Ze glijden dan in een opgespannen canvasdoek, waar onderzoekers ze op hun gemak kunnen pakken.

Witte pakken kammen de netten uit

Vleermuizenvangers
© Jean-François Lagrot

Gekleed in witte pakken en met mondkapjes nemen onderzoekers vleermuismonsters. Ze willen weten of de dieren drager zijn van ebola, griepvarianten, mers, het marburgvirus, COVID-19 of andere levensbedreigende ziekten.

Het antwoord zit in dierenpoep

Onderzoekers verzamelen apenpoep in de jungle
© Jean-François Lagrot

Onderzoekers krijgen hulp van lokale pygmeeën om apensporen te volgen. De jacht is verspreid over het 2600 km2 grote natuurreservaat van nationaal park Campo Ma’an, dus het verzamelen van 15 dierenmonsters kan gerust een paar weken duren.

Verboden jacht opgenomen in onderzoek

Verschillende dieren op een tafel
© Jean-François Lagrot

Schubdieren, knaagdieren en slangen zijn een belangrijk onderdeel van de kennisbank – al is de jacht op die dieren verboden. De onderzoekers houden dan ook geheim waar monsters worden verzameld.

Monsters zeker 15 jaar bewaard

Onderzoekers vriezen monsters in
© Jean-François Lagrot

In de hoofdstad van Kameroen, Yaoundé, worden de monsters zeker 15 jaar in een bloedbank bewaard. Zo kunnen onderzoekers volgen hoe virussen zich in de loop van de tijd ontwikkelen en oudere virustypen vergelijken met nieuwe bevindingen.

Mensen besmetten gorilla’s met COVID-19

Gorilla achter een hek
© Jean-François Lagrot

Acht gorilla’s in het nationaal park Mefou worden ter observatie gehouden omdat ze besmet zijn met COVID-19. De dieren zijn een voorbeeld van zoöanthroponose: mensen die dieren besmetten en hun gezondheid in gevaar brengen.