Onderzoeker: Snelheid is zorgwekkend
In het nieuwe onderzoek, de grootste analyse van het genoom van de bacterie tot nu toe, bestudeerden de onderzoekers 3489 stammen die tussen 2014 en 2019 verzameld waren.
Vervolgens vergeleken ze de bacterie met 4169 andere S. Typhi-monsters, tussen 1905 en 2018 verzameld in 70 landen.
De conclusie wakkert de bezorgdheid die de laatste decennia onder professionals bestaat, verder aan. Hoofdonderzoeker Jason Andrews van Stanford University legt uit waarom.
‘De snelheid waarmee deze resistente stammen van S. Typhi zich de laatste jaren hebben verspreid, is zorgwekkend en onderstreept de noodzaak om de preventiemaatregelen zo snel mogelijk uit te breiden – vooral in landen met een hoog risico,’ zegt hij volgens een persbericht.
Resistentie neemt toe
70 procent van de tyfusbesmettingen komt voor in Zuid-Azië, maar de ziekte heeft ook flink terrein gewonnen in Afrika ten zuiden van de Sahara, Zuidoost-Azië en Oceanië.
Antibiotica zijn momenteel de enige mogelijkheid om de infectie te behandelen. Maar in de laatste decennia zijn de bacteriën daar resistenter tegen geworden.
Niet alleen tegen de oudere antibioticasoorten, zoals ampicilline, chlooramfenicol en trimethoprim, maar ook tegen nieuwere soorten, zoals fluroquinolonen en cefalosporine van de derde generatie.
De onderzoekers wijzen zelf op de beperkingen in hun onderzoek. Zo hebben ze nog niet gekeken naar bacteriestammen uit met name Sub-Sahara Afrika en Oceanië. Daarom kan het zijn dat de mate van resistentie die in het onderzoek is gemeten zelfs een onderschatting is.
De onderzoekers benadrukken dat er meer bacteriestammen uit die gebieden moeten worden bekeken om de volledige omvang te begrijpen.
In Nederland is tyfus volgens het RIVM een uiterst zeldzame ziekte. In 1985 zijn er voor het laatst twee gevallen geregistreerd.