






Laboratorium kent strenge veiligheidseisen.
In Berlijn staat een zogeheten Biosafety level 4-laboratorium, het Robert Koch-instituut, waar de allerstrengste protocollen voor laboratoria van kracht zijn. In een sluis onderzoeken de medewerkers hun kleding op gebreken voordat ze aan de slag kunnen gaan.
Elk pak heeft een eigen luchtslang
Het laboratorium heeft zijn eigen lucht-, stroom- en watervoorziening die goed is beveiligd tegen stroomuitval en technische fouten. De onderdruk in het laboratorium zorgt ervoor dat lucht niet kan ontsnappen in geval van lekkage.
Virus zit in speciale cryotank
Virussen worden opgeslagen in een cryotank met vloeibare stikstof en een temperatuur van -160 graden. Bij zulke lage temperaturen kunnen enzymen of chemische processen de monsters niet aantasten nog voordat de onderzoekers ze kunnen gebruiken.
Gevaarlijk werk wordt gemonitord
Als er scalpels of injectiespuiten worden gebruikt, kijkt er altijd een collega mee. Afval en defecte gereedschappen gaan in de autoclaaf – een soort oven, waarin virussen door middel van stoom en druk worden vernietigd.
Killervirus onder de microscoop
De onderzoekers proberen bij het ebolavirus (hier op een ingekleurd microscoopbeeld) te ontdekken hoe het virus wordt overgedragen, welke dieren drager zijn van het virus en hoe lang virussen overleven op een neutraal oppervlak.
Drie lagen handschoenen bieden veiligheid
Cellen die zijn geïnfecteerd met een virus, worden onder de microscoop gelegd en op een scherm weergegeven, zodat de onderzoekers ze kunnen bestuderen. De knoppen en toetsen zijn extra groot, zodat de onderzoekers zelfs met drie lagen handschoenen nog gegevens kunnen invoeren.
Water en ontsmettingsmiddelen reinigen pakken
Voordat de onderzoekers het laboratorium mogen verlaten, moeten ze zes minuten lang onder een chemische douche staan. Zo worden eventuele virussen op de kleding gedood. Het douchewater wordt vervolgens opgewarmd en gesteriliseerd – net als al het andere afvalwater uit het laboratorium.