Duizenden kankerpatiënten wereldwijd spuiten hoge doses vitamine C in hun bloed om de ziekte te stoppen.
De methode werd voor het eerst geopperd door Nobelprijswinnaar Linus Pauling, en toen ze in 1970 op mensen werd getest, bleek dat de vitamine inderdaad het gewenste effect had.
Maar het oude experiment voldoet niet aan de moderne wetenschappelijke normen.
Experimenten kunnen tot nieuwe therapie leiden
En toen onderzoekers vitamine C later in beter voorbereide experimenten testten, bleek het geen enkel effect te hebben.
Tests op laboratoriumdieren wijzen echter uit dat een extreem hoge dosis vitamine C de groei van kankercellen kan remmen.
Al is zo’n hoge dosis gevaarlijk, het valt niet uit te sluiten dat het ooit mogelijk is om een therapie te ontwikkelen op basis van de eigenschappen van de vitamine.
Het voedingssupplement PC-SPES was een tijdlang populair onder patiënten met prostaatkanker omdat het de kanker zou remmen.
Het supplement werd verkocht als plantaardig product, maar bleek later een mengsel van synthetische stoffen te bevatten, waaronder de ontstekingsremmer Indomethacine, de oestrogeenachtige stof DES en de bloedverdunner Warfarine.
De laatste vergroot het risico op bloedingen, vooral na operaties, en kan er in het ergste geval toe leiden dat een patiënt doodbloedt.
Kruid remt chemotherapie
Extracten van de plant hertshooi worden gebruikt door kankerpatiënten om de kanker te genezen of depressiviteit te dempen.
Het kruid is op zich niet gevaarlijk, maar uit proeven blijkt dat hij het gehalte van sommige soorten chemomedicijnen in het bloed verlaagt.
De oorzaak is vermoedelijk dat hij bepaalde chemische processen in de lever verstoort, waardoor de chemotherapie niet zo goed werkt als anders.
Softdrug helpt patiënten
Kankerpatiënten overal ter wereld zetten zich in voor goedkeuring van de softdrug cannabis voor medicinaal gebruik, en met reden. Uit een groot onderzoek blijkt dat cannabis een aantal bijwerkingen van chemotherapie sterk vermindert.
47 procent van de patiënten die de drug kregen, was veel minder misselijk dan daarvoor, terwijl dat slechts 20 procent was bij patiënten die een placebo kregen.
Cannabis verzachtte in sommige gevallen de pijn van de chemotherapie.
De drug dankt zijn gunstige werking aan de actieve stoffen, de cannabinoïden, die zich hechten aan bepaalde eiwitten op de zenuwcellen. Zo kunnen ze de pijnsignalen dempen of de dosis hormonen die vrijkomt uit de cellen veranderen.
Cannabis is ook getest als middel om kankercellen te doden, en op internet wemelt het van de beweringen dat de drug tumoren kan bestrijden, maar daar is geen wetenschappelijk bewijs voor.
In de gevallen waarin cannabis op mensen werd getest, namen onderzoekers geen effect op de kankercellen waar.
Lees ook over De gevaarlijkste genotmiddelen.