Voor mensen met borstkanker is het cruciaal dat tumoren in de borst worden ontdekt en behandeld voor de kanker zich kan uitzaaien.
Onderzoekers aan de Johns Hopkins University in de VS ontdekten dat bepaalde cellen in de borsten van vrouwen uitzaaiing waarschijnlijk voorkomen.
De meeste tumoren in de borst ontstaan langs de binnenkant van de melkkanalen, die de melkklieren met de tepel verbinden.
Eromheen zit een laag spiercellen, die zich kunnen spannen en ontspannen om de melk door de kanalen te brengen. Deze zogeheten myoepitheliale cellen kunnen echter meer dan dat.
De spiercellen fungeren ook als een soort politieagenten, die ontsnapte kankercellen vangen.
Ze strekken zich uit en grijpen kankercellen beet die door het spierweefsel heen willen glippen. Daarna trekken ze de cellen weer terug het melkkanaal in.
Spiercellen vangen een ontsnapte kankercel en trekken die terug naar de tumor.
Bij latere proeven bleek bovendien dat de verdediging het best werkt als er veel spiercellen in een dichte laag liggen, en als de spiercellen veel van het eiwit actine bevatten, met behulp waarvan ze zich samentrekken.
De Amerikaanse experimenten, waarvoor borstweefsel van muizen werd gebruikt, kunnen helpen het risico op uitzaaiingen bij individuele borstkankerpatiënten te voorspellen.
Zo kan de arts de behandeling beter afstemmen op de patiënt.