Met een nieuw ontwikkelde hydrogel hopen onderzoekers een soort hersentumor, glioblastoom geheten, te genezen, waarbij de kans op overleving gewoonlijk klein is.
De hydrogel wordt direct in de operatiewond gespoten nadat de chirurg de tumor verwijderd heeft.
De gel geeft actieve stoffen af die het lichaam helpen bij de bestrijding van kankercellen die eventueel nog in het omringende weefsel sluimeren.
Als de behandeling werkt, is er mogelijk minder chemotherapie of bestraling na de operatie nodig. En wellicht kan ze ook ingezet worden tegen andere hardnekkige vormen van kanker, waaronder borstkanker.
Moeilijk operatief te verwijderen
Wat glioblastoom zo problematisch maakt is dat de tumoren moeilijk volledig te verwijderen zijn met een operatie, waardoor er kankerstamcellen kunnen achterblijven in het weefsel rond de verwijderde tumor.
Vaak komt de kanker binnen enkele maanden na de operatie terug.
De overlevingskans is na één jaar slechts 25 procent en na vijf jaar nog maar 5 procent.
Verdelgt achtergebleven kankercellen
In de wond geeft de hydrogel langzaam zijn nanodeeltjes af, die een type immuuncellen, macrofagen genaamd, herprogrammeren.
Normaal gesproken moeten macrofagen infecties en ontstekingen in het lichaam verhelpen. Bij kanker kunnen de macrofagen echter van aard veranderen, waardoor ze het immuunsysteem onderdrukken en de groei van de tumor bevorderen in plaats van afremmen.
Wanneer glioblastomen chirurgisch verwijderd worden, treedt er een ontsteking op en snellen de macrofagen toe naar de wond.
Op dat moment stuurt de immuunbevorderende hydrogel zijn nanodeeltjes achter de verkeerd geprogrammeerde macrofagen aan met nieuwe instructies, zodat ze de kankercellen niet langer stimuleren, maar aanvallen.
Doeltreffend bij muisproeven
De nanodeeltjes van de hydrogel richten zich op het glyco-eiwit CD133, een marker voor kankerstamcellen. Ook bevatten de nanodeeltjes de speciale antistof CD47, die kortsluiting oplevert in een mechanisme dat er anders voor zorgt dat macrofagen kankercellen met rust laten.
Tot nu toe hebben de onderzoekers met proeven op muizen aangetoond hoe de hydrogel ervoor kan zorgen dat de macrofagen in het getroffen gebied de achtergebleven stamcellen uitroeien, waardoor die zich niet tot nieuwe tumoren kunnen ontwikkelen.