Atoombom stelt scherp op kanker

Atoombommen zijn krachtig genoeg om de hele aarde te verwoesten. Maar de stoffen die de bom zijn dodelijke kracht geven, hebben het ook mogelijk gemaakt om kanker heel precies te bestralen.

Een bestralingsapparaat bestraalt de kanker van buitenaf. Radioactieve stoffen kunnen ook in het lichaam worden geïnjecteerd.

© Snowleopard1/Getty Images

In de bergen van New Mexico in de VS staat het Los Alamos National Laboratory, waar in de Tweede Wereldoorlog de eerste atoombom werd gemaakt. Het laboratorium werkt nog steeds met atoombommen, maar gebruikt de deeltjesversneller nu ook om radioactieve stoffen te maken voor de behandeling van kanker.

Een daarvan is actinium-225. Deze stof bindt zich aan de immuuncellen van het lichaam en gaat eenmaal geïnjecteerd zelf op zoek naar de kankercellen. Als actinium-­225 op de kankercellen botst, verbruikt het bijna al zijn energie, waardoor de gezonde cellen worden ontzien.

Actinium-225 is een van de radioactieve stoffen die in het lichaam worden geïnjecteerd of geïmplanteerd.

© ORNL

Kobalt-60 is ook een kunstmatig geproduceerde radioactieve stof die wordt ingezet tegen kanker. De stof zendt gammastraling uit, die minder schadelijk voor het lichaam is dan andere straling, en met de techniek Gamma Knife kan het lichaam zo nauwkeurig worden bestraald dat vrijwel alleen de tumor wordt getroffen.

Straal meet een tiende van een mensenhaar

Het nieuwste op het gebied van radio­chirurgie is Microbeam Radiation. Hierbij versnelt een synchrotron, een ronde deeltjesversneller, deeltjes zozeer dat ze röntgenstraling gaan uitzenden.

De straling wordt dusdanig geconcentreerd dat de straal die het lichaam in gaat een diameter heeft van slechts 10 micrometer (1/100.000 meter) – circa een tiende van een mensenhaar. Zo blijft de schade aan gezonde cellen minimaal.

Naar verwachting zal Microbeam onder andere kunnen worden ingezet tegen tumoren in het centrale zenuwstelsel, die nu moeilijk te behandelen zijn.