De Duitse, Italiaanse en Spaanse artsen die het onderzoek uitvoerden, namen bloedmonsters af bij 1610 ernstige zieke COVID-19-patiënten die aan de beademing lagen. Aan die bloedmonsters onttrokken ze DNA, waarvan ze bepaalde delen nader bestudeerden.
De artsen zochten naar variaties in de DNA-code van deze patiënten die niet werden aangetroffen bij een controlegroep van gezonde mensen. De analyse bracht twee plekken, zogeheten loci, aan het licht waar het DNA afweek.
Op de ene locus bevindt zich een gen dat de productie aanstuurt van een eiwit dat de bloedgroep bepaalt. Daarnaast konden de onderzoekers zien dat bloedgroep A het risico om uiteindelijk beademing nodig te hebben met 50 procent verhoogt. Tot die conclusie kwamen Chinese onderzoekers eerder ook al.
Het onderzoek geeft geen verklaring voor het verband tussen de bloedgroep en de ernst van de ziekte, maar volgens de onderzoekers kan het effect worden veroorzaakt door een gen dat dicht tegen het bloedgroepgen aan ligt en de immuunrespons aanstuurt.
DNA-test moet COVID-19-behandeling bepalen
De andere plek die afweek, houdt verband met zes genen die in theorie kunnen bijdragen aan een verergering van de ziekte. Zo vormt een van de genen een molecuul dat het afweersysteem waarschuwt. Een ander gen codeert voor een eiwit dat interageert met de receptor die coronavirusdeeltjes gebruiken om cellen binnen te dringen.
De samenwerkende onderzoekers hopen dat hun inspanningen op termijn duidelijk kunnen maken op welke genen een toekomstige behandeling zich moet richten.
Daarnaast moet de kennis van de genen van COVID-19-patiënten de weg banen voor DNA-tests die in een vroege fase kunnen bepalen wie de meest uitgebreide behandeling nodig zullen hebben.