Afrikaanse vleermuizen vormen een enorme besmettingsbron. Zelfs nu de huidige uitbraak is ingedamd, kan de ziekte op elk moment opnieuw uitbreken.
Wanneer brak de ziekte uit?
Ebola gaat terug tot de jaren 1970, maar is in de loop van 2014 pas echt een ernstige regionale bedreiging geworden.
? Eerste grote uitbraak van ebola (1976):
De eerste uitbraak van ebola onstond in 1976 in Zaïre (nu de Democratische Republiek Congo), waar 280 mensen stierven. Daarna vonden er in Centraal-Afrika diverse korte, lokale epidemieën plaats, maar nooit met zo veel slachtoffers als in 1976.
? Tweede grote uitbraak van ebola (2013):
De uitbraak begon in december 2013 in Guinee, waarmee ebola voor het eerst in West-Afrika werd geconstateerd. Omdat ebola nog niet bekend was in dit deel van Afrika, werden de slachtoffers niet geïsoleerd en staken velen van hen hun familie aan.
Welke landen zijn getroffen door ebola?
Van Guinee verspreidde ebola zich via het grensverkeer naar de buurlanden Liberia, Mali en Sierra Leone. Pas in maart 2014 verklaarde het Guineese ministerie van Gezondheid dat 23 raadselachtige sterfgevallen mogelijk het gevolg waren van ebola. Dat was vier maanden na de eerste uitbraak.
Wat zijn de symptomen van ebola?
De incubatietijd – de periode tussen de besmetting en de eerste symptomen – varieert van 4 tot 21 dagen. Daarna kent het verloop een aantal fasen:
Dag 1-3: De patiënt krijgt griepachtige symptomen zoals koorts, spierpijn, keelpijn en hoofdpijn en voelt zich extreem moe.
Dag 4-6: De patiënt krijgt diarree, gaat braken, de bloeddruk daalt en de hoofdpijn wordt erger. De geïnfecteerde cellen in het lichaam zenden nu zo veel signaalstoffen uit, dat het immuunsysteem bijna op tilt slaat. Overal in het lichaam ontstaan ontstekingen.
Dag 7-10: De ziekte tast de hersenen aan en de patiënt raakt in de war. De zieke bloedt uit neus, mond en anus. Er ontstaan inwendige bloedingen en de organen begeven het, waardoor de patiënt in shock raakt. Bijna 40 procent van de geïnfecteerden overlijdt.
Bijna 11000 Afrikanen zijn overleden aan ebola. Omdat de dode lichamen potentiële besmettingshaarden zijn, moet het gezondheidspersoneel altijd beschermende kleding dragen.
Hoe kun je ebola overleven?
Hoewel ebola zeer dodelijk is, overleeft 60 procent van de besmette mensen de ziekte. Om de overlevingskansen te vergroten, moet de patiënt zo snel mogelijk worden behandeld en vloeistoffen toegediend krijgen om de gevolgen van de inwendige bloedingen te beperken.
Behandeling met experimentele medicijnen is ook belangrijk, al is de effectiviteit ervan nog niet wetenschappelijk vastgesteld.
Ten slotte is de algehele fysieke gesteldheid van de patiënt bepalend voor de mate waarin het afweersysteem ebola kan bestrijden.
Is er een behandeling voor ebola?
Er is nog geen volledig geteste geneeskundige behandeling tegen ebola, maar er wordt volop gewerkt aan een vaccin. Onlangs heeft men succes geboekt met het uitschakelen van het eiwit waaraan ebola zich bindt. Bij experimenten zijn muizen op deze manier immuun geworden voor ebola.
De sleutel voor de genezing van ebola is wellicht ook te vinden in het bloed van de slachtoffers. Patiënten die een besmetting hebben overleefd, worden namelijk immuun voor de ziekte. Dat komt door antistoffen in hun bloed, en door die te isoleren hopen wetenschappers een vaccin te kunnen maken.
Waarom is de epidemie nog niet gestopt?
Wantrouwen jegens de overheid, bijgeloof en geruchten bemoeilijken op veel plaatsen in Afrika het werk van de gezondheidsmedewerkers. Zij worden ervan beschuldigd de ziekte te verspreiden of patiënten zelfs te vermoorden. Sommige zieken gaan naar een medicijnman of verstoppen zich, omdat ebola wordt gezien als een vloek.
Bovendien heeft West-Afrika een tekort aan gekwalificeerd gezondheidspersoneel en zijn de ziekenhuizen in sterke mate afhankelijk van hulporganisaties uit het Westen.
Ten slotte zijn de weinige experimentele behandelingen slechts uiterst beperkt beschikbaar en konden ze nog niet worden verspreid in Afrika.
Lees nog meer over ebola
Word wijzer over ebola door ons grote artikel met kaarten, overzichten en informatieve illustraties.