Op 27 augustus 2017 stapt een 31-jarige man in een minibus en begint hij aan een hobbelige reis door het binnenland van Madagaskar. Hij heeft al vier dagen koorts en koude rillingen.
Opeens verslechtert zijn toestand. Hij begint te hoesten en krijgt geen adem. De man sterft onderweg op zijn passagiersstoel.
Zijn familie is in rouw gedompeld en brengt zijn lichaam naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, waar ook de uitvaart plaatsvindt. Een paar dagen later worden 31 mensen die de uitvaart hebben bijgewoond, ziek. Vier van hen sterven.

Ook twee mensen die bij de man in de bus zaten, sterven onder vergelijkbare omstandigheden. De vreselijke waarheid dringt tot de artsen door: Madagaskar heeft te maken met een uitbraak van de pest. In drie maanden tijd raken 2417 mensen besmet, van wie er 209 sterven.
De epidemie laat zien dat de bacterie die in de middeleeuwen de Zwarte Dood veroorzaakte, nog springlevend is. En volgens diverse onderzoeken kan hij resistent worden tegen antibiotica. Als dat gebeurt, vormt de bacterie een wereldwijde bedreiging.
Gelukkig wordt er gewerkt aan wapens om de ziekte te bestrijden – zoals genetisch gemodificeerde tomaten en een neusspray met verkoudheidsvirus.
De pest leeft nog
Elk jaar worden er zo’n 2000 mensen met de pest besmet, met name in Madagaskar, Congo en Peru. En onbehandeld sterft 30 tot 100 procent van hen binnen tien dagen.
Achter de schermen loert de ziekte onafgebroken en over de hele wereld. Eens in de tien jaar leidt dat tot epidemieën, die honderden of duizenden levens eisen.
De pest wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis en is er in drie varianten.

De pestbacterie kan gangreen veroorzaken, waarbij het weefsel afsterft en zwart kleurt. Vandaar de naam ‘zwarte dood’.
De meest voorkomende vorm is de builenpest, die ontstaat als de bacterie door de huid dringt en met het lymfevocht meereist naar de lymfeklieren. Hier vermenigvuldigt hij zich, waardoor de lymfeklieren opzwellen en builen vormen waarin het weefsel geleidelijk afsterft.
Ook leidt de aandoening vaak tot gangreen in de vingers, tenen, lippen of neus. Maar met een mortaliteit van 40 à 60 procent (zonder behandeling) is dit de minst gevaarlijke variant.
75 tot 200 miljoen mensen stierven bij de Zwarte Dood in de 14e eeuw.
In zeldzame gevallen komt de pestbacterie in de bloedbaan terecht, wat leidt tot bloedvergiftiging en bloedingen uit de neus, mond en endeldarm. Uiteindelijk begeven de organen het, en zonder behandeling sterft het slachtoffer meestal binnen een etmaal.
In de derde vorm dringt de bacterie via druppeltjes in de lucht de longen binnen, wat leidt tot ernstige longontsteking. De patiënt hoest bloed op en heeft moeite met ademhalen. Zonder behandeling treedt na een paar dagen ademstilstand op.
Epidemieën zijn vaak een cocktail
Gewoonlijk gedijt de pest in dieren en gaat hij zelden over op mensen. Ruim 50 soorten zoogdieren kunnen de bacterie bij zich dragen, met name knaagdieren als prairiehonden, marmotten en ratten.
Dieren zijn ook verantwoordelijk voor veel besmettingen tussen mensen. De bacterie kan namelijk worden overgedragen via vlooien, die een besmette persoon bijten en dan overspringen op de volgende.

Vlooien kunnen door je huid heen bijten, en als ze besmet zijn met de pest, kan de bacterie je lymfestelsel binnendringen.
Pest springt van soort naar soort
De pestbacterie leeft meestal in de natuur en doodt daar vlooien en knaagdieren. Maar een paar keer per jaar verspreidt hij zich naar de mens, waardoor lokale epidemieën ontstaan.
Meestal veroorzaken vlooienbeten builenpest, maar soms kan de bacterie via lichaamsvocht de longen bereiken. Mensen met longpest gaan hoesten en niezen, waardoor de bacterie zich verder kan verspreiden.
Een pestuitbraak is daarom bijna altijd een cocktail van twee epidemieën: builenpest en longpest.
Tijdens de epidemie van 2017 in Madagaskar had 83 procent van de geïnfecteerden longpest en 17 procent builenpest. Bij slechts één persoon veroorzaakte de bacterie de extreem dodelijke vorm van pest in het bloed.
Welke vorm van de pest overheerste tijdens de middeleeuwse Zwarte Dood, is onbekend. Maar wetenschappers hebben wel een vermoeden.
Zwarte dood dreigt weer
De Zwarte Dood bereikte Europa waarschijnlijk met Italiaanse koopvaardijschepen, die besmette ratten en vlooien uit Centraal-Azië meebrachten. Deze dieren voeren wel bij de slechte hygiëne in de middeleeuwen en veroorzaakten waarschijnlijk in eerste instantie een builenpestepidemie.
De vraag is echter of builenpest alleen zich zo snel kon verspreiden als het geval was. Slechts drie jaar na aankomst in Italië was de pest bijvoorbeeld ruim de helft van de bevolking van Noorwegen fataal geworden – duizenden kilometers noordelijker.
Zo’n snelle verspreiding is beter voorstelbaar als de besmetting via de lucht verloopt. Dat duidt op longpest als de drijvende kracht achter de Zwarte Dood.

In beenderen van veel slachtoffers van de Zwarte Dood is de pestbacterie Yersinia pestis aangetroffen. Daaruit blijkt dat die bacterie de pandemie veroorzaakte.
Hoe het ook zij, tegenwoordig zijn we beter toegerust tegen de pest. De bacterie is namelijk zeer gevoelig voor antibiotica. Helaas kan dat snel veranderen.
Al in 1995 werden pestbacteriën ontdekt die resistent waren tegen verschillende soorten antibiotica. En in 2007 bleek uit een studie dat salmonellabacteriën hun genen voor antibioticaresistentie kunnen overdragen op pestbacteriën.
Aangezien resistente salmonella wijdverbreid is, is er een reëel risico dat we plotseling geconfronteerd worden met een pestbacterie die ongevoelig is voor antibiotica.
Neusspray moet epidemie stoppen
Vanwege de angst voor nieuwe pestepidemieën zijn onderzoekers volop bezig met de ontwikkeling van vaccins tegen pest. Pestvaccins bestaan al sinds 1897, maar hebben nooit goed gewerkt. En op dit moment zijn er geen pestvaccins goedgekeurd in de EU of de VS.
Tot nu toe gebruikten de vaccins verzwakte pestbacteriën of fragmenten van de bacterie om het immuunsysteem te trainen, maar onderzoekers richten zich nu op nieuwe methoden.
Zo gebruikte een Russische onderzoeksgroep in 2021 gentechnologie om een bacterial ghost (spookbacterie) te maken – een lege, levenloze huls, die er vanbuiten uitziet als een pestbacterie maar compleet onschadelijk is.

Tomaten en spoken moeten pest stoppen
De eerste pestvaccins werkten niet erg goed en hadden veel bijwerkingen. Daarom wordt nu hard gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe en betere vaccins.
De spookbacteriën bleken bij muizen enige bescherming tegen de pest te bieden, maar de methode behoeft verbetering voordat ze bij mensen kan worden gebruikt.
Microbioloog Jian Sha en zijn collega’s van de universiteit van Texas zijn al iets verder. Zij hebben de afgelopen jaren neusspray getest met een genetisch gemodificeerd verkoudheidsvirus. Het virus is zo aangepast dat het het lichaam niet schaadt en bevat genen van de pestbacterie om het immuunsysteem te leren de pest te bestrijden.
Het vaccin is getest op muizen en apen, die vervolgens stevig werden besmet met builenpest of longpest.
De ongevaccineerde dieren stierven binnen vier dagen. Maar de gevaccineerde dieren waren volledig beschermd en kregen gedurende de maand dat de proef liep geen klachten.

Wilde dieren vaccineren
Een derde vaccin is ... een tomaat, die je alleen maar hoeft op te eten. De tomaat is genetisch gemodificeerd en bevat een aantal eiwitten van de pestbacterie. Zo’n vaccin is makkelijk uit te delen (zonder injecties of andere hulpmiddelen) en kan goedkoop op grote schaal worden geproduceerd.
De gemodificeerde tomaten lieten bij muizenproeven veelbelovende resultaten zien. Ze zijn nog niet getest bij mensen, maar dat is ook niet per se de bedoeling. Amerikaanse onderzoekers experimenteren namelijk met het geven van eetbare vaccins aan wilde dieren in de natuur.
In 2017 zette epidemioloog Tonie Rocke van het National Wildlife Health Center in Wisconsin, VS bijvoorbeeld hapjes met een pestvaccin uit voor wilde prairiehonden. Het doel is tweeledig.

Noord-Amerikaanse prairiehonden worden regelmatig getroffen door een pestepidemie. Bij besmette dieren is de sterfte bijna 100 procent.
Ten eerste moet het vaccin de dieren beschermen. Prairiehonden raken vaak besmet met de pestbacterie en sterven er bijna altijd aan. De gevaccineerde dieren hebben meer kans om te overleven, en aangezien prairiehonden een prooi zijn voor veel roofdieren, is hun voortbestaan belangrijk voor het hele ecosysteem.
Ten tweede moet het epidemieën onder mensen voorkomen. Als de pest zich niet kan verspreiden onder wilde dieren, daalt de kans dat de bacterie overspringt op ons.
Tonie Rockes proef was een succes. De dieren aten het vaccin gewillig op en bleken daarna gedeeltelijk beschermd te zijn tegen de pestbacterie: in gebieden waar het vaccin werd ingezet, overleefden ongeveer twee keer zo veel prairiehonden de pestinfectie als elders.
De nieuwe pestvaccins lijken hun nut dus te bewijzen. En binnenkort zijn ze klaar om hevige epidemieën zoals die in Madagaskar te voorkomen en definitief een einde te maken aan de dreiging van een wereldwijde herhaling van de Zwarte Dood.
