Shutterstock
Wattenstaaf

1 april: Coronatest in de anus is veel nauwkeuriger

Uit onderzoek blijkt dat een bepaald viruseiwit korte tijd nadat iemand besmet is met het coronavirus aan te tonen is in de endeldarm.

Geruime tijd voordat mensen met corona symptomen krijgen, is het virus aan te tonen in het rioolwater. Meerdere landen analyseren dat al om de besmettingen in een bepaald gebied in kaart te brengen, en dat heeft Zweedse onderzoekers op een idee gebracht.

Als het virus in het rioolwater zit, moet het te meten zijn in de endeldarm van een besmette persoon.

Huidige tests zijn problematisch

Als je nu op corona getest wordt, gaat er een wattenstaafje in de neus of keel. Maar sneltests zijn te onnauwkeurig, en de betere PCR-test kost te veel tijd.

Bij de sneltest, die wetenschappers een antigeentest noemen, worden viruseiwitten in een monster van het neusslijm gemeten. Bij de PCR-test, die meestal in de keel wordt afgenomen, wordt het erfelijk materiaal van het virus vastgesteld, het RNA.

De sneltest geeft al na enkele minuten resultaat, terwijl dat met de PCR-test zeker een etmaal op zich laat wachten.

Sneltests zijn echter voor 70 procent nauwkeurig, en bij de PCR-test ligt dat percentage rond de 98 procent.

‘Als we een sneltest kunnen ontwikkelen met de nauwkeurigheid van de PCR-test, kunnen we de pandemie veel efficiënter bestrijden, en anale tests bieden mogelijk uitkomst,’ aldus Lasse Putzbacksson, docent experimentele virologie aan het Zweedse Karolinska-instituut.

Anale test registreert specifiek eiwit

Putzbacksson en zijn team ontdekten dat een bepaald eiwit van het virus korte tijd nadat iemand is besmet met corona in de endeldarm kan worden aangetoond. Het maakt daarbij niet uit hoe de patiënt het virus heeft opgelopen.

Uit tests blijkt dat het eiwit SARS-CoV-2-Fae.KAL is aan te tonen door een wattenstaafje slechts 10 tot 14 centimeter diep in de endeldarm te steken.

De testuitslag is even snel binnen als bij een sneltest via de neus, maar die is maar voor 70 procent nauwkeurig, en de anale test haalt 87 procent.

De onderzoekers hopen de gevoeligheid van de test nog te kunnen verbeteren.

‘Ik denk dat we de nauwkeurigheid kunnen opschroeven,’ zegt Lasse Putzbacksson, ‘maar dan moeten we monsters nemen in de neus én de endeldarm. Bij de volgende proeven willen we uitzoeken of de volgorde van belang is voor de nauwkeurigheid, dus of het neus-anus of andersom moet zijn.’

Als de proeven volgens plan verlopen, kan de test tegen 1 april volgend jaar op de markt zijn. Maar ondanks de veelbelovende resultaten zijn er al kritische geluiden te horen.

Zo wordt erop gewezen dat de testcentra niet zijn ingericht op het afnemen van intieme tests. Maar de onderzoekers wijzen de kritiek van de hand.

‘We moeten een beroep doen op de verantwoordelijkheid van de burger. Eén minder prettig ogenblik voor een individu weegt niet op tegen het overkoepelende belang van het bestrijden van de pandemie. Ik vind het geen moeilijke keuze,’ aldus de Zweedse universitair docent.