De Wereldgezondheidsorganisatie WHO waarschuwt dat de uitbraak van apenpokken in Europa uit de hand dreigt te lopen.
Onlangs riep de WHO de apenpokkenepidemie uit tot een wereldwijde gezondheidscrisis.
De drastische verhoging van de paraatheid tegen apenpokken volgt op een sterke stijging van het aantal internationaal bevestigde gevallen, dat in slechts één maand verzesvoudigde.
De eerste drie gevallen werden in mei in het VK gemeld, en nu zijn er meer dan 18.000 bevestigde gevallen geregistreerd in 75 landen, met vijf doden tot gevolg.
Verreweg de meeste gevallen zijn in Europa en de VS aangetroffen, waarbij vooral West-Europa de grootste explosie in het aantal besmette mensen te zien geeft.
We staan op het punt de kans te missen om deze uitbraak in te dammen. Boghuma Kabisen Titanji, universitair docent geneeskunde aan de Emory University in Atlanta, VS
Spanje, Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk alleen al zijn goed voor meer dan de helft van de nu (per 25 juli 2022) 18.095 bevestigde gevallen wereldwijd.
Nederland staat net achter de vijf meest getroffen landen op de 6e plaats met 818 bevestigde gevallen.
Ook andere Europese landen staan hoog op de lijst van bevestigde gevallen van apenpokken, zoals Portugal, Italië, België en Zwitserland.
‘Het oordeel van de Wereldgezondheidsorganisatie is dat het risico van apenpokken wereldwijd en in alle regio’s matig is, behalve in Europa, waar we het risico hoog inschatten,’ schrijft secretaris-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus van de WHO in het persbericht, waarmee hij de nationale gezondheidsautoriteiten officieel oproept de hoogste staat van paraatheid af te kondigen.

De oranje cirkels staan voor bevestigde besmettingen, en de grootte ervan geeft het aantal per land weer. De blauwe cirkels zijn de zes Afrikaanse landen waar apenpokken endemisch zijn.
Internationale besmettingscijfers
De eerste drie gevallen van apenpokken werden in het VK gemeld op 7 mei en 13 mei van dit jaar, en al tegen half juni was het aantal bevestigde gevallen opgelopen tot meer dan 3000 in 47 landen.
Een maand later, op 25 juli 2022, waren er 18.095 bevestigde gevallen gemeld in 75 verschillende landen – de overgrote meerderheid in West-Europa en de VS.
Vooral homo- en biseksuele mannen getroffen
Het enige grote onderzoek naar de verspreiding van apenpokken tot nu toe heeft uitgewezen dat vooral mannen die seks hebben gehad met mannen besmet zijn.
In totaal werden 528 besmette mensen in 16 landen ondervraagd, en het onderzoeksverslag werd op 21 juli van dit jaar gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.
Daaruit blijkt dat 98 procent van de geïnfecteerden mannen waren die zich als homoseksueel of biseksueel identificeerden. Van hen was 41 procent ook hiv-positief.
Volgens de studie werd 95 procent van de besmettingen rechtstreeks via seksueel contact opgelopen.
‘De uitbraak concentreert zich onder mannen die seks hebben met mannen – vooral onder degenen die wisselende seksuele partners hebben,’ zei WHO-baas Ghebreyesus zaterdag.
Verwant met gevreesde killer
Apenpokken zijn verwant aan gewone pokken en werden in 1970 bij de mens ontdekt.
Het sterftecijfer ligt voor apenpokken veel lager dan voor pokken. Voorlopige cijfers houden het op 1 procent, terwijl zo’n 30 procent aan pokken overlijdt.
Maar waar pokken in 1980 officieel door vaccins werden uitgeroeid, leefden apenpokken vrij onopgemerkt door in West- en Centraal Afrika, waar het nu in zes landen endemisch is.
Endemisch betekent dat een ziekte permanent in een gemeenschap aanwezig is, maar dat de verspreiding voorspelbaar is en vaak vrij gering.

Blaren op armen, benen en geslachtsdelen zijn een belangrijk symptoom van apenpokken.
Symptomen van apenpokken
De incubatietijd – vanaf het moment dat iemand met apenpokken besmet is tot hij symptomen krijgt – is gemiddeld 6 tot 16 dagen, maar kan ook korter of langer zijn.
Je kunt anderen pas besmetten als je symptomen krijgt, en de kenmerkende symptomen zijn:
- Koorts
- Rillingen
- Hoofdpijn
- Spierpijn
- Vermoeidheid
- Gezwollen lymfeklieren
- Blaren en/of uitslag op geslachtsdelen, anus, armen, benen of keel die uitdrogen en blijvende littekens achterlaten
Wetenschappers weten nog niet precies hoe het kan dat de apenpokken – en vooral de West-Afrikaanse variant – zich nu zo snel verspreiden.
Eerder is aangetoond dat apenpokken in Afrika verspreid worden door nauw lichamelijk contact met een besmette persoon of door contact met kleren, beddengoed, handdoeken en dergelijke die door een besmette persoon gebruikt zijn.
Kleine speekseldruppeltjes spelen mogelijk ook een rol, maar er is geen bewijs dat de infectie door de lucht wordt overgedragen zoals bij COVID-19.
Ook is er nog geen sluitend bewijs dat de ziekte seksueel overdraagbaar is, dat wil zeggen via de uitwisseling van afscheidingen uit de geslachtsdelen.
DNA-resten van het virus zijn aangetroffen in sperma, speeksel, urine en uitwerpselen, maar in het sperma van besmette mannen is nog geen actief virus aangetoond.
‘Overbodig’ vaccin kan de redding zijn
Nadat de pokken in 1980 uitgestorven waren verklaard, werd gestopt met het inenten van kinderen tegen de gevreesde ziekte.
Maar al in 2008 waarschuwde een rapport dat apenpokken een epidemie zouden kunnen worden als de nu ongevaccineerde bevolking eraan werd blootgesteld.
Het Europees Geneesmiddelenbureau EMA gaf daarom onlangs groen licht voor het gebruik van het pokkenvaccin Imvanex, ontwikkeld door het Deense Bavarian Nordic, tegen apenpokken in de EU.

Het pokkenvaccin Imvanex is nu goedgekeurd voor de behandeling van apenpokken in de EU.
Imvanex is sinds 2013 in de EU goedgekeurd, en wetenschappers hopen dat het bestaande pokkenvaccin ook werkzaam is tegen apenpokken dankzij de nauwe verwantschap met pokken.
Laatste kans
Een gecoördineerde internationale inspanning is dringend nodig. Op een internationaal seminar benadrukte viroloog Boghuma Kabisen Titanji van de Emory University in Atlanta de ernst van de situatie:
‘We staan op het punt de kans te missen om deze uitbraak in te dammen.’
Op hetzelfde seminar zei de Amerikaanse hoogleraar epidemiologie dr. Anne Rimoin over de ziekte, die tot nu toe in Afrika redelijk ongestoord zijn gang kon gaan:
‘We hebben de ziekte de ruimte gegeven om zich te ontwikkelen en te verspreiden als nooit tevoren – en nu is het opeens het probleem van ons allemaal.’