Apenpokken verspreiden zich in Europa
De apenpokken zijn een zeldzame tropische ziekte die in 1958 aan een Deens onderzoeksinstituut bij apen werd geïdentificeerd – vandaar de naam apenpokken, of in het Engels monkeypox.
Het eerste menselijke geval volgde in 1970 in de Democratische Republiek Congo, en sindsdien is de ziekte in meer Centraal- en West-Afrikaanse landen opgedoken.
Buiten het Afrikaanse continent zijn een paar kleine uitbraken geregistreerd, maar vaak waren die te herleiden tot één of meer personen die in Afrika waren geweest en werden ze snel weer onder controle gebracht.
De huidige uitbraak in Europa lijkt anders te zijn.
Het eerste geval van de huidige uitbraak van apenpokken werd op 6 mei in Groot-Brittannië geregistreerd.
Sindsdien is het aantal besmettingen in dit land toegenomen, en ook andere Europese landen, waaronder Nederland, België, Duitsland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Portugal, Spanje en Frankrijk, melden één of meer gevallen. Er zijn ook gevallen gemeld in de VS, Canada en Australië.
In alle landen gaat het vooral om mannen die seks hebben gehad met een besmette man.
Per 21 mei 2022 zijn er buiten het Afrikaanse continent 92 gevallen vastgesteld, en naarmate meer verdachte gevallen worden onderzocht, zal dit cijfer naar verwachting stijgen.
Hoewel de vele gevallen van de apenpokken in Europa kunnen wijzen op een verband, staat dit nog niet vast. Ook komt uit voorlopige studies niet naar voren dat de uitbraak wordt veroorzaakt door een mutatie in het apenpokkenvirus.
Er zijn twee varianten van de apenpokken, een West-Afrikaanse en een Centraal-Afrikaanse. De variant die zich nu in Europa verspreidt, zou de milde West-Afrikaanse variant zijn, die zonder behandeling in circa 1 procent van de gevallen dodelijk is.
Verspreiding
Apenpokken verspreiden zich door nauw en langdurig contact
Zo kort na de coronapandemie kan de uitbraak van apenpokken leiden tot bezorgdheid over een nieuwe pandemie. Maar hoewel beide ziekten voortkomen uit virussen die zich via druppels van bijvoorbeeld niezen en hoesten verspreiden, zijn apenpokken en COVID-19 heel verschillend.
Apenpokken worden overgedragen door nauw en langdurig lichamelijk contact met een besmette persoon of dier of met een voorwerp waarop virus uit opengebarsten blaasjes zit. Het virus wordt overgedragen als virusdeeltjes in contact komen met wondjes of met de slijmvliezen.
Iemand met de apenpokken is pas besmettelijk als hij of zij klachten krijgt en blaasjes heeft die openbarsten. De blaasjes verschijnen vaak eerst in het gezicht en op de buik en dan op andere delen van het lichaam, waaronder het neusslijmvlies en de longen.
Het basaal reproductiegetal (R0) voor apenpokken is 1-2. Dit betekent dat één persoon de ziekte doorgeeft aan één à twee anderen.
COVID-19 wordt ook verspreid door nauw contact met een besmette persoon. Maar hierbij is minder tijd nodig, en iemand met COVID-19 kan ook zonder klachten de infectie doorgeven.
De deltavariant, die vooral in 2021 rondging, heeft een R0 van 5, terwijl omikron, die daarna dominant werd, naar schatting drie Ă vier keer zo besmettelijk is als delta. Er is geen R0 vastgesteld voor omikron.
Incubatietijd van apenpokken
De incubatietijd is bij apenpokken gemiddeld 6-16 dagen, maar kan zowel korter als langer zijn – tot wel 21 dagen.
Symptomen
Apenpokken veroorzaken griepachtige verschijnselen
De apenpokken veroorzaken symptomen die doen denken aan griep. Het belangrijkste verschil zijn echter de blaasjes die na een paar dagen over het hele lichaam ontstaan. Ze verschijnen meestal als de koorts gezakt is.
Symptomen van apenpokken zijn:
- Koorts
- Hoofdpijn
- Gezwollen lymfeklieren
- Spierpijn
- Rugpijn
- Vermoeidheid
- Blaasjes
Neem contact op met je huisarts als je klachten hebt die wijzen op apenpokken.
Blaasjes doorlopen diverse stadia
De karakteristieke blaasjes doorlopen een aantal stadia voor ze verdwijnen.
De blaasjes verschijnen meestal eerst in het gezicht en op de buik en verspreiden zich dan naar andere delen van het lichaam, waaronder het neusslijmvlies en de longen. Vaak concentreren ze zich vooral rond het gezicht, de armen en de benen. Anders dan bij de pokken komen de blaasjes bij de apenpokken ook voor op de handpalmen en voetzolen.
De blaasjes beginnen als rode vlekjes van hooguit 1 centimeter doorsnee.
Na een paar dagen zwellen ze op en raken ze gevuld met vocht. Daarna vullen ze zich ook met pus, waardoor ze hard aanvoelen. Vervolgens vormen de blaasjes zweren, die jeuken en pijn doen.
Als de blaasjes met rust gelaten worden, zullen de korstjes er uiteindelijk afvallen en genezen en verdwijnen de blaasjes. Dat gebeurt meestal na twee Ă drie weken.
Zolang de blaasjes aanwezig zijn, is een persoon die de apenpokken heeft besmettelijk.
Ziekteverloop
West-Afrikaanse variant heeft meestal mild verloop
Er zijn twee varianten van de apenpokken:
- De Centraal-Afrikaanse variant
- De West-Afrikaanse variant
Waarschijnlijk gaat het bij de huidige uitbraak om de West-Afrikaanse variant, en dat is goed nieuws.
De West-Afrikaanse variant kent een milder verloop, met een sterftecijfer van ongeveer 1 procent als de ziekte onbehandeld blijft. De overgrote meerderheid van de mensen die besmet raken, herstelt na een paar weken.
Verhoogd risico bij kinderen en zwangeren
Bij bepaalde groepen is het risico op een ernstig ziekteverloop echter hoger.
Mensen met een verhoogd risico zijn onder andere:
- Kinderen onder de 12 jaar
- Zwangeren
- Mensen met een verminderde afweer
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is bij apenpokken de sterfte onder kinderen hoger, en bij zwangeren kunnen de apenpokken leiden tot complicaties, overdracht op het kind of doodgeboorte.
Bij de huidige uitbraak van de apenpokken is één geval van besmetting bij een kind geregistreerd. Dit was in Groot-Brittannië, en het kind ligt op de intensive care.
Vaccin en behandeling
Pokkenvaccin kan enige bescherming bieden
Er is momenteel geen behandeling of vaccin speciaal voor de apenpokken.
Maar doordat de apenpokken verwant zijn aan de pokken, biedt een pokkenvaccin ook enige bescherming tegen de ziekte. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is dat circa 85 procent.
In veel landen zijn pokkenvaccins echter niet meer opgenomen in het algemene vaccinatieprogramma, omdat de pokken in 1980 uitgeroeid werden verklaard. Dit betekent dat meerdere generaties niet beschermd zijn tegen de pokken en dus ook niet tegen de apenpokken.
In Groot-Brittannië hebben naaste contacten van besmette mensen een pokkenvaccin aangeboden gekregen, omdat wordt vermoed dat dit de ernst van de symptomen al in dit stadium kan verminderen.
Behalve met het vaccin kunnen de apenpokken ook behandeld worden met verschillende antivirale middelen tegen pokken. Daarnaast kunnen eventuele complicaties, zoals longontsteking en een infectie, worden bestreden met antibiotica en pijnstillers.