5 dingen die we kunnen leren van het coronavirus in Noord-Italië

De tragische sporen die het coronavirus achterlaat in Noord-Italië laten zien hoe de gezondheidszorg zich met snelle maatregelen en tests beter kan voorbereiden op de aankomende weken.

Geen enkel ander Europees land is zo hard door het coronavirus getroffen als Italië, waar ruim 35.000 mensen zijn gediagnosticeerd met COVID-19.

Daarnaast gaat het land gebukt onder een hoog sterftecijfer, met 42,2 slachtoffers per miljoen inwoners, volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Dit aantal ligt een stuk hoger dan in een land als Duitsland, waar er slechts 0,3 slachtoffers per miljoen inwoners te betreuren zijn.

Aantal sterfgevallen per miljoen inwoners:

Deze tragische situatie heeft in de afgelopen weken geleid tot groot aantal ervaringen met een hoge prijs, in de vorm van wetenschappelijke artikelen, onderzoeken en rapporten. De hele wereld – inclusief onze eigen gezondheidszorg – profiteert hiervan mee en doet zo meer kennis op over COVID-19.

Dit zijn de vijf belangrijkste lessen:

1. Overvolle ziekenhuizen leidt tot catastrofe

De dure les die we nu al hebben geleerd in Italië, is dat we moeten voorkomen dat er gelijktijdig een enorm aantal besmettingen plaatsvindt.

Vooral in de Noord-Italiaanse regio Lombardije, waar de eerste besmettingsgevallen opdoken, is de gezondheidszorg volstrekt ontoereikend geweest. Het virus kon zich bijna ongehinderd verspreiden en dat heeft geleid tot meer dan 17.700 besmette mensen in een gebied met zo'n 10 miljoen inwoners.

Zoveel zieken tegelijk heeft geleid tot een catastrofaal gebrek aan bedden, maskers en beademingsapparatuur, waardoor veel mensen zijn overleden.

In de regio waren in de eerste twee weken van de uitbraak 482 intensive-carebedden beschikbaar – deze capaciteit is volgens de overheid echter al lang niet meer voldoende en de verwachting is dat er op korte termijn nog twee keer zoveel bedden nodig zijn.

En het wordt allemaal nog erger, want 8,3 procent van de medewerkers in de gezondheidszorg is inmiddels besmet geraakt met het coronavirus.

2. Bijna alle slachtoffers hadden al een aandoening

De situatie in Italië bevestigt het beeld dat COVID-19 ouderen en verzwakte mensen het hardst treft.

Het Italiaanse gezondheidsinstituut Istituto Superiore di Sanita heeft het ziekteverloop van een deel van de 3000 slachtoffers in Italië onderzocht. Hieruit is gebleken dat de helft van de overledenen al minstens drie bestaande aandoeningen had – voornamelijk een hoge bloeddruk, diabetes en hartproblemen.

Bij ruim 99 procent van de slachtoffers was er al sprake van onderliggend lijden en de gemiddelde leeftijd ligt rond de 80 jaar.

3. Tests remmen de besmetting effectief af

In het Noord-Italiaanse stadje Vò is aangetoond dat het belangrijk is om mensen te testen – vooral de mensen die nog geen symptomen vertonen.

Andrea Crisanti van de universiteit van Padua is hoogleraar op het gebied van infectieziekten en heeft deelnomen aan een onderzoeksproject, waarbij alle 3300 inwoners van het stadje twee keer werden getest op het coronavirus.

Tijdens de eerste testronde op 6 maart werd duidelijk dat er 90 mensen waren besmet en dat voor iedere patiënt met symptomen er 10 waren die geen symptomen hadden.

Vervolgens werden alle zieke mensen in het stadje in quarantaine geplaatst. Tijdens de tweede testronde bleek dat het aantal zieken met 90 procent was afgenomen en volgens de berichten is het stadje nu helemaal COVID-19-vrij.

4. Snelle maatregelen dammen de verspreiding van het virus in

De curves geven het aantal besmette personen weer in de Noord-Italiaanse provincies Lodi en Bergamo. Lodi ging al snel in 'lock down', terwijl dit in Bergamo pas veel later gebeurde.

© Leverhulme Centre for Demographic Science, University of Oxford & Nuffield College

De overheid probeert de besmettingscurve af te vlakken. Dit doet ze door in een vroeg stadium de scholen te sluiten en de bevolking in thuisquarantaine te plaatsen.

De University of Oxford heeft dit onderzocht in de provincies Lodi en Bergamo in Lombardije. De eerste resultaten zijn bemoedigend en het lijkt erop dat dankzij dit beleid de verspreiding van het coronavirus kan worden ingedamd.

Lodi werd op 23 februari door de Italiaanse regering afgesloten van de buitenwereld. Verder gingen de scholen dicht en werd de bevolking gevraagd om zoveel mogelijk thuis te blijven.

In de meer landelijke provincie Bergamo werden deze maatregelen pas op 28 februari ingevoerd. Dit heeft geleid tot twee zeer verschillende curves, waarbij de curve met het aantal besmettingsgevallen in Lodi is afgevlakt, terwijl de curve in Bergamo steil omhoog loopt.

Op 13 maart waren er twee keer zoveel besmette personen in Bergamo als in Lodi – namelijk 2368 gevallen tegenover 1133.

5. Isolatie heeft enorm veel invloed

De bestrijding van het coronavirus in Noord-Italië liep al in de beginfase een enorme knauw op, doordat de eerste patiënt in Lombardije tussen 14 en 19 februari voortdurend contact had met artsen en verplegend personeel – zonder dat er sprake was van isolatie.

In deze periode konden deze 38-jarige man en zijn familie het virus verspreiden dankzij hun vele sociale contacten en in het Codogno Hospital, waar hij uiteindelijk werd opgenomen en in coma raakte.

Het is onmogelijk om alle besmettingsketens vanaf de patiënt na te gaan, maar we weten wel dat het onvermogen om deze man in quarantaine te plaatsen grote gevolgen heeft gehad. Onder andere een arts die de man heeft onderzocht, is nu ziek door COVID-19 en een 77-jarige vrouw die op dezelfde afdeling werd behandeld vanwege een longontsteking, is inmiddels overleden.

De 38-jarige patiënt is weer uit zijn coma ontwaakt en is aan de beterende hand.