Het centrale laboratorium van de Deense gezondheidszorg, Statens Serum Institute, maakte deze week de resultaten bekend van een chlamydiavaccin dat zeer positieve resultaten te zien gaf in de eerste tests op mensen.
Het vaccin werd getest op 35 vrouwen. Zij ontwikkelden vervolgens allemaal antistoffen en gespecialiseerde witte bloedcellen, T-cellen, die gericht op chlamydia af gingen.
Onder de antistoffen was de speciale antistof IgA, die in de slijmvliezen succesvol virussen en bacteriën tegenhoudt.
Samen met de natuurlijke afscheiding van de slijmvliezen vormt IgA namelijk een soort net dat bacteriën en virussen vangt en voorkomt dat ze de cellen bereiken waar ze graag heen willen. Op die manier kan IgA chlamydia een halt toeroepen in het vroegste stadium van de infectie.
Aan een chlamydiavaccin wordt al vele jaren gewerkt, maar het onderzoek werd bemoeilijkt doordat de bacterie zich goed kan verstoppen voor het immuunsysteem en zelfs in een sluimertoestand kan overgaan.
In de jaren 1980 kwam de eerste doorbraak al met de vondst van een sleuteleiwit in de buitenschil van de bacterie. Het eiwit is belangrijk voor het vermogen van de bacterie om de besmetting over te brengen, dus vanaf dat moment kon de aanval op iets concreets worden gericht.
Toch duurde het nog tientallen jaren voordat er een manier gevonden werd om het vaccin te maken dat nu wellicht een einde aan chlamydia kan maken.
Nieuw ontdekte eiwitten bieden hoop op gonorroevaccin
Wetenschappers van de Georgia State University in de VS hebben onlangs een groep eiwitten ontdekt in het oppervlaktemembraan van de gonorroebacterie, waardoor hij zink en ijzer kan winnen uit het zogeheten cal-eiwit in de witte bloedcellen van ons immuunsysteem.
Als de cellen van het immuunsysteem de gonorroebacterie aanvallen en proberen uit te hongeren, schotelen ze hem juist een maaltijd voor waardoor hij kan groeien en zich kan verspreiden.
De gonorroebacterie heeft dus een overlevingsstrategie ontwikkeld waarbij hij de tactiek van het immuunsysteem in zijn voordeel keert.
Gonorroe heeft zink en ijzer nodig om in het lichaam te kunnen overleven, en daarom is deze ontdekking van groot belang.
Door de pas ontdekte eiwitten aan te vallen hopen de wetenschappers de mineraalopname van de bacterie te kunnen blokkeren, wat de ontwikkeling van een vaccin dichterbij brengt.
Immuuntherapie kan herpesuitbraak blokkeren
Nieuw onderzoek van Yale University in de VS wijst uit dat een herpes type 2-uitbraak in de geslachtsdelen drastisch afneemt dankzij een vorm van immuuntherapie, de zogeheten ‘prime and pull’-methode.
De methode houdt in dat artsen via zogeheten systemische vaccins eerst het immuunsysteem triggeren en daarna een crème aanbrengen met de werkzame stof imiquimod, die sterke immuuncellen – T-cellen – naar de slijmvliezen in het getroffen gebied laat komen.
De eerste tests wijzen uit dat er veel minder frequent aanvallen van herpes waren, en de wetenschappers hopen dat nader onderzoek op mensen vergelijkbare resultaten geeft.
In dat geval kan de methode namelijk deuren openen naar een zogeheten therapeutisch vaccin voor herpes, dat – in tegenstelling tot een preventief vaccin – het immuunsysteem steunt tegen een al bestaande ziekte.
Het herpesvirus laat zich niet zomaar klein krijgen, want het nestelt zich in de zenuwcellen van het lichaam en begint daar een permanente infectie, die nu eens actief en dan weer latent is.
Vanuit zijn verstopplek in de zenuwcellen gebruikt het virus een arsenaal aan eiwitten die het immuunsysteem tegenwerken, wat het extra lastig maakt voor het lichaam om het virus te ontdekken en uit te schakelen.
Herpes kan daardoor onder de radar van het lichaam blijven.