Vleermuizen hebben code voor SARS
Hoefijzerneuzen uit de provincie Yunnan in China dragen versies van het SARS-virus en kunnen een nieuwe epidemie veroorzaken.
Sinds 2002 wordt gezocht naar de gastheer van de SARS-epidemie waardoor wereldwijd binnen twee jaar zo’n 800 mensen stierven en een veelvoud daarvan ziek werd.
Volgens de Chinese onderzoekers Shi Zheng-Li en Cui Jie van het Wuhan Institute of Virology in China is de oorsprong een populatie hoefijzerneuzen (vleermuizen) in een grot in de Chinese provincie Yunnan.
Over een periode van vijf jaar namen de onderzoekers duizenden monsters van de ontlasting en anus van de dieren. Daaruit bleek dat de vleermuizen versies van het SARS-virus bij zich droegen die leken op die waardoor begin jaren 2000 mensen zijn overleden.
Door de genen van 15 virusversies te sequentiëren, ontdekten de onderzoekers dat alle bouwstenen van de menselijke versie van het virus aanwezig waren bij de hoefijzerneuzen in de grot in de provincie Yunnan.
Een van de populaties met virusingrediënten voor een nieuwe SARS-epidemie bevindt zich op slechts 1 kilometer van het dichtstbijzijnde dorp.
Een nieuwe uitbraak is dus niet ondenkbaar, aldus de onderzoekers. Het eerste geval van SARS in 2002 deed zich voor in de provincie Guangdong – 1000 km van de plek waar de dieren met de bouwstenen voor de ziekte zijn ontdekt.
Daarom denken de onderzoekers dat er meer vleermuispopulaties moeten zijn met de virale code voor de ziekte. Ze zetten de jacht op de gastheren voort, zodat een nieuwe uitbraak kan worden voorkomen.