Wat is een placebo?
Een placebo is een inactief geneesmiddel of inactieve behandeling die bij onderzoek wordt ingezet om te controleren of de actieve variant werkt.
Placebopreparaten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een zoutoplossing, kalkpillen of suikertabletten, die geen van alle een werkzaam medicijn bevatten. Onderzoekers kunnen ook placebo-operaties uitvoeren, waarbij geen chirurgische behandeling plaatsvindt.
Toch merkt een controlegroep soms een effect als de behandeling slechts uit een placebo bestond. Dit noemen we het placebo-effect.
Het placebo-effect is de positieve uitwerking die de behandelingssituatie en verwachting van de behandeling op de patiënt hebben.
Placebo-effect ontdekt in de 18e eeuw
Het woord placebo is Latijn voor ‘ik zal behagen’, en dat was precies de oorspronkelijke bedoeling van de inactieve medicatie.
In de 18e eeuw waren placebo’s, zoals suikertabletten, een erkende behandelmethode, die de patiënt niet zozeer moest genezen, maar vooral behagen.
In sommige gevallen bleek echter dat de zieke zich echt beter voelde na toediening van het ‘nepmedicijn’.
Dat vond de Engelse arts John Haygarth interessant, en in 1799 beschreef hij als eerste het placebo-effect in het boek On the Imagination as a Cause & as a Cure of Disorders of the Body.
Haygarth stelde dat de geest zo’n grote invloed heeft op het lichaam dat er echt genezing kan optreden.
Sindsdien is het placebo-effect een omstreden onderwerp, en wetenschappers hebben nog niet ontdekt waardoor placebo’s bij de een wel werken en bij de ander niet.