Over enkele jaren is het voor vrouwen en mannen medisch gezien mogelijk om een kind met zichzelf te krijgen. Of dat wordt toegestaan en of iemand daar zin in heeft, is een andere zaak.
In je eentje een kind krijgen betekent dat een bevrucht eitje zich tot een embryo ontwikkelt, waarbij ei- en zaadcel genen bevatten van één persoon.
Deze techniek, van wetenschappers uit Japan, creëert de twee gespecialiseerde geslachtscellen – eicel en zaadcel – op basis van één stamcel van een muis.
Stamcellen kunnen uitgroeien tot elk type van de 200 à 300 gespecialiseerde celtypen die je aantreft in het menselijk lichaam.
Van huidcel tot eicel
De Japanse wetenschappers wisten als eersten een gedifferentieerde cel – die een vaste taak heeft gekregen – zover te krijgen dat hij zich eerst als een ongedifferentieerde stamcel ging gedragen en vervolgens weer een gespecialiseerde cel (een geslachtscel) werd.
Een nadeel van het eenouderschap is dat het risico om ziekten te erven bijna 100 procent is.
Met twee ouders ligt dat veel lager, want zij mengen hun genen. Daarom moet een embryo dat uit het DNA van slechts één persoon is ontstaan, een groot aantal tests doorlopen om levensbedreigende defecten te voorkomen. En een onregelmatigheid is alleen met een genbewerkingstechniek als CRISPR te verhelpen.
Zo veranderden de wetenschappers een huidcel in een eicel. Dit is echter nog niet met mensencellen gelukt, maar alleen uitgevoerd met de cellen van muizen.