Shutterstock

Chinese onderzoekers brengen menselijke genen aan in apen

Onderzoekers hebben geprobeerd apen slimmer te maken door extra genen toe te voegen aan hun erfelijk materiaal. Niet elke wetenschapper vindt dit ethisch verantwoord. Wat vind jij?

Miljoenen jaren geleden hebben onze hersenen een grote sprong gemaakt, waardoor we nu grotere hersenen en betere cognitieve vaardigheden hebben dan onze naaste verwanten, zoals de gorilla en de chimpansee.

Chinese onderzoekers hebben dat verschil proberen recht te trekken door bij makaken extra exemplaren van het gen MCPH1 in te planten.

Apen kregen beter geheugen

Het MCPH1-gen is zeer actief in het begin van ons leven, wanneer de hersenen zich ontwikkelen. Daarom denken de onderzoekers dat het van belang is voor de ontwikkeling van onze hersenen en voor onze intelligentie.

Bij apen is dit gen minder actief, en daarom hebben de Chinese onderzoekers in het erfelijk materiaal van 11 makaken extra exemplaren van MCPH1 aangebracht met een speciale techniek, waarbij ze een virus gebruikten om het gen te introduceren toen de apen nog in het foetusstadium waren.

Vijf apen overleefden het experiment en ontwikkelden zich, waardoor hun hersenen konden worden onderzocht. Ze bleken beter te scoren op tests van het kortetermijngeheugen en hadden een kortere reactietijd dan gewone makaken.

Het duurde ook langer voordat de hersenen van de genetisch gemodificeerde apen waren volgroeid – net zoals bij mensen.

Experiment creëert ethisch dilemma

Diverse andere wetenschappers staan kritisch tegenover de proeven met apen. Volgens hen begeven de Chinese onderzoekers zich qua ethiek in een grijs gebied.

Apen lijken zozeer op mensen, dat we, als we ze bijvoorbeeld genen geven die ze menselijker maken, de regels voor medische dierproeven moeten heroverwegen, menen zij.

In China zijn onlangs ook proeven gedaan met het gebruik van met CRISPR geredigeerde genen in mensen, en zijn apen met ernstige mentale problemen gekloond.