Shutterstock
Dierenarts met injectienaald in koeienstal

Waarom heet een vaccin zo?

Waar komt het woord ‘vaccin’ vandaan, en wie maakte het eerste?

Een van de grootste uitvindingen van de geneeskunde is genoemd naar een koeienziekte.

Begin 18e eeuw teisterden de pokken Europa en vielen er wel 400.000 doden per jaar. Mensen waren wanhopig op zoek naar een geneesmiddel. Onder boeren ging het gerucht dat melkmeisjes die besmet waren met koeienpokken – een mildere infectie – geen last hadden van de dodelijke variant.

In 1796 testte de Britse arts Edward Jenner in 1796 die theorie door een naald in de arm van een jongetje van acht te steken. De naald was besmet met vocht en pus uit de ontstoken blaasjes van een melkmeisje met koepokken.

Toen de jongen later aan pokken werd blootgesteld, kreeg hij geen ernstige symptomen.

Jenner herhaalde het experiment een aantal keer, en in 1798 concludeerde hij dat een koepokkenbesmetting beschermde tegen pokken.

Vacca is Latijn voor koe

De nieuwe behandeling werd genoemd naar het koeienpokkenvirus.

Het Latijnse woord voor ‘koe’ is vacca, en het koepokkenvirus werd daarom vacciniavirus of variolae vaccinae genoemd.

Hoewel de uitvinding van het vaccin aan Jenner wordt toegeschreven, is het principe veel ouder. Zo beschrijven 3000 jaar oude Indiase en Chinese bronnen hoe artsen mensen immuniseerden door ze te besmetten met een beetje virusmateriaal.