Virusdragende vleermuizen die rondvliegen en ziektes verspreiden klinkt als een nachtmerrie. Vleermuizen figureren vaak in griezelverhalen over vampiers, wat het idee om ze als biologische wapens te gebruiken alleen maar angstaanjagender maakt.
De nachtdieren zijn ook gastheren van allerlei virussen, bacteriën en parasieten. Zo zijn vleermuizen de oorspronkelijke dragers van een aantal gevaarlijke virussen, zoals hondsdolheid, hendra, marburg en SARS-CoV.
Bovendien lijkt het er sterk op dat de zeer dodelijke virussen ebola en nipah ook van vleermuizen komen.
Dankzij een sterk immuunsysteem kunnen vleermuizen al die virussen overleven, wat ze in theorie een voor de hand liggende drager van biologische wapens maakt.
Maar besmette vleermuizen kunnen nog lang geen rol spelen in de moderne oorlogvoering.
Ziekte wordt zelden overgedragen
Hoewel ze de bron waren van een handvol virusziekten, worden de virussen van de dieren vrij zelden op mensen overgedragen.
Vleermuizen zijn ook rustig en schuw en mijden mensen meestal. Ze zouden dan ook niet aanvallen als ze in bewoond gebied losgelaten worden.
Zolang we niet rechtstreeks in contact komen met vleermuizen, bijvoorbeeld door erop te jagen en ze te eten, is het directe besmettingsgevaar gering.