Als het water in de rivier laag staat, jagen troepen tot wel 100 alen een grote hoeveelheid vissen naar poeltjes langs de oever.
Daarna zwemmen circa tien alen tussen de vissen door, waar ze ieder hun elektrische lading afgeven. Bij elkaar kunnen die wel 8600 volt bereiken.
De stroomstoot is zo krachtig dat een hele lading verlamde vissen het water uit schiet. Als ze weer op het oppervlak belanden, weten de andere alen dat het etenstijd is en komen ze naar het lage water om zich eraan te goed te doen.
Groep valt zeven keer aan
De groepsjacht komt dus alle alen ten goede. Na het feestmaal drijft de troep weer een lading vis bijeen. Zo gaan de alen een paar uur door, en soms voeren ze wel zeven van dit soort aanvallen achter elkaar uit.
Zoölogen van het Braziliaanse National Institute of Amazonian Research ontdekten de jachttechniek eerst bij de soort Electrophorus voltai, maar later doken er verhalen op dat de soort Electrophorus electricus er ook gebruik van maakt.
Een zoölogische sensatie
De zoölogen willen nu het DNA van de alen onderzoeken op genen die te maken hebben de groepsjacht, en die vergelijken met dezelfde genen bij diergroepen die ook samen jagen, zoals walvissen.
Het gedrag van de alen is een zoölogische sensatie, want een gerichte groepsjacht is zeer zeldzaam buiten de zoogdierenwereld.