De temperaturen in zee stijgen, en een van de eerste slachtoffers zijn de koraalriffen. Dat is zorgelijk omdat de riffen de grootste diversiteit aan diersoorten in zee huisvesten, waaronder ruim 4000 vissen.
Onderzoekers willen de koralen robuuster maken met een in het lab ontwikkeld organisme.
Koralen leven samen met algen in een symbiose, die kwetsbaar is voor kleine temperatuurstijgingen. De algen leven beschermd in de huidcellen van de koraalpoliepen en leveren die poliepen via fotosynthese energie.
Warme algen worden afgestoten
Maar als het warmer wordt, raken de algen oververhit en stoten de poliepen ze af.
Het gevolg is koraalverbleking, waarbij de koralen wit worden en dreigen te sterven van de honger.
Een verbleekt koraalrif duidt erop dat de koraalpoliepen sterven. Als het water te warm wordt, stoten de poliepen de algen af waarvan ze via fotosynthese energie krijgen.
Daarom heeft een onderzoeksteam van The University of Melbourne in Australië algen gekweekt die hogere temperaturen aankunnen.
Op basis van één alge kweekten ze in vier jaar tijd 100 generaties, die ze lieten wennen aan water van 31 °C. Dat komt overeen met de zeetemperatuur tijdens een hittegolf bij ’s werelds grootste koraalrif, het Great Barrier Reef in Australië.
Alge kan 31 °C aan
De algen werden vervolgens samen met koraallarven in aquaria gezet. De beste algenvarianten lieten veelbelovende resultaten zien. De larven namen de algen op en stootten ze niet af toen de temperatuur werd verhoogd tot 31 °C.
Begin 2020 was 25 procent van het Great Barrier Reef verbleekt. Dat is een gebied van 33.250 vierkante kilometer.
Volgens de onderzoekers hebben de hittebestendige algen het vermogen ontwikkeld om de fotosynthese op een lager pitje te zetten. Daardoor geven ze minder giftige afvalstoffen af en kunnen de poliepen ermee leven.
Voor de algen worden uitgezet in zee, wil het team de genetische veranderingen beter bestuderen en zien uit te vinden of de algen de concurrentie met andere algen in de natuur aankunnen.