








SUPERLIJM – olie-suikermengsel geeft vliegenpootjes superkrachten.
Als vliegen over een muur kruipen, vouwen ze twee stukjes ‘klittenband’ richting het oppervlak uit. De losse haartjes laten een kleverig olie-suikermengsel los, zodat de vlieg op zijn kop kan lopen. Op ruwe oppervlakken gebruikt de vlieg zijn klauwen ook.
KLEEFKONING – gekko maakt zijn poten bij elke stap schoon.
De gekko kan met zijn poten aan de meeste oppervlakken vastkleven. De zolen bevatten circa 1 miljard fijne microvezels met polymeren – kleine haartjes. Bij elke stap wordt vuil geloosd, zodat de poten schoon blijven.
WATERGANGER – hagedis vlucht over water voor roofdieren.
Een kroonbasilisk kan met wel 12 km/h over water lopen, daarom heeft hij de bijnaam Jezushagedis. Hij spreidt de huid tussen zijn tenen aan zijn achterpoten en gebruikt zijn staart voor de balans terwijl hij over het water spurt.
SPEEDBOOT VAN DE SAVANNE – struisvogelpoten schoppen leeuwen dood.
Een struisvogel kan niet vliegen, maar heeft aan zijn poten een sterk wapen, waardoor hij kan wegsprinten met wel 70 km/h. Zijn vleugels gebruikt hij om te sturen. Een struisvogel kan zo hard schoppen dat hij een mens of een leeuw kan doden.
GIFSPOREN – vogelbekdier heeft giftige zwemvliezen.
Het vogelbekdier gebruikt zijn zwemvliezen om onder water te jagen. De twee voorste brengen hem vooruit en de achterste bepalen de koers. De mannetjes hebben sporen met gif dat ze tijdens het paarseizoen gebruiken in de strijd tegen andere mannetjes.
SLUW LANDINGSGESTEL – bloedzuigende ninja klampt zich ongemerkt vast.
Dat je zelden een mug voelt, komt door zijn geringe gewicht en zijn gladde pootjes. Met haartjes en haakjes kan de mug zich ongemerkt aan je vastklampen, en op zijn pootjes zitten groeven met luchtzakjes waarmee hij op het water kan landen om eitjes te leggen.
KLAUWEN – zachte, veelzijdige poten kunnen zwemmen en lopen.
De vijf vingers van de wateropossum, waarvan één duim, vormen samen een klauw. Daarmee kan hij handig in bomen klimmen om daar een nest te bouwen. Met zijn achterste zwemvliezen kan de wateropossum te water gaan om te vluchten voor roofdieren.
POOTMICROFOON – olifanten communiceren met hun poten.
De compacte poten van de olifant dienen vooral om het dier van 6 ton te dragen. Maar daarnaast zijn ze uitgerust met gevoelige zenuwen die trillingen van andere olifanten in de grond opvangen. Via die trillingen kunnen olifanten met elkaar communiceren.
KLAUWEN DES DOODS – Amerikaanse zeearend kan prooi van zes kilo dragen.
De Amerikaanse zeearend heeft scherpe, kromme klauwen die wel 13 cm lang kunnen worden – nog langer dan die van een grizzlybeer. De zeearend maakt duikvluchten naar vissen en kan een jong hert van meer dan zes kilo dragen.