Hagedissen en salamanders hebben dezelfde verdedigingsstrategie ontwikkeld voor het geval ze bijvoorbeeld door een roofvogel worden aangevallen.
Ze laten hun staart los in de hoop dat de vogel daar achteraan gaat. Dan kunnen ze zelf ontkomen. Bij beide dieren groeit de staart snel weer terug, maar er is een belangrijk verschil, zo ontdekte een team onderzoekers van de universiteit van Pittsburgh in de VS.
De nieuwe staart van de salamander heeft ruggenwervels en zenuwcellen, terwijl die van de hagedis slechts uit kraakbeen bestaat. Dat komt doordat de stamcellen van de salamander in het stompje van de staart tot alle mogelijke cellen kunnen uitgroeien. Dat vermogen zijn de stamcellen van de hagedis ergens in de evolutie kwijtgeraakt.
Salamanders en andere amfibieën worden als primitiever beschouwd dan hagedissen, die reptielen zijn.
De onderzoekers injecteerden stamcellen van een salamander in het staartstompje van een hagedis. Sommige cellen ontwikkelden zich tot zenuwcellen, en dat laat zien dat stamcellen bij hogere soorten het vermogen om zenuwcellen te vormen zijn kwijtgeraakt.
Nu willen de onderzoekers de stamcellen van de hagedis zo manipuleren dat ze die eigenschap terugkrijgen.
Ze gaan nu proeven doen met zoogdieren, die complexer zijn dan reptielen. Op termijn hopen ze een manier te vinden om de mens in staat te stellen ledematen en organen te regenereren.