Spinnen zijn overal. Wereldwijd komen er meer dan 45.000 soorten spinnen voor, en ruim 600 daarvan leven in Nederland en België.
De meest voorkomende zijn:
- Kruisspin
- Grote trilspin
- Gewone huisspin
- Stalmuursluiper
- Huisdwergzesoog
- Zebraspin
- Gewone grottenspin
- Koffieboonspin
Daarnaast kun je ook de korstmosrenspin, lentevuurspin en gewone mijnspin in het Nederlandse landschap tegenkomen.
Wij geven je een kort overzicht van de spinnen in ons land en vertellen je of er exemplaren bij zitten waarvoor je moet oppassen.
De meest gangbare spinnen in Nederland en België
Spinnen zijn overal. Er is er daardoor vaak een in de buurt, ook al zie je hem niet. Sommige spinnen zul je regelmatig tegenkomen, terwijl andere zich bijna nooit laten zien.
We hebben een overzicht samengesteld van enkele van de meest voorkomende spinnen in Nederland en België, plus drie spinnen die je alleen met veel geluk tegen het lijf loopt.
Kruisspin
Grootte: Het lijf kan 17 mm worden, de poten 3 cm.
De kruisspin is een van de bekendste spinnen van Nederland en België, en je herkent hem gemakkelijk aan het lichte kruis op zijn rug. Verder kan het lijf van de kruisspin verschillende kleuren hebben, zoals grijs, bruin, geel of groen.
De kruisspin behoort tot de wielwebspinnen, die de bekende wielvormige webben maken. Het web kan een diameter van een halve meter hebben, en gewoonlijk maakte de kruisspin elke nacht een nieuw web.
Als het web klaar is, gaat de kruisspin in het midden ervan geduldig zitten wachten. Vroeg of laat zal een insect in het web verstrikt raken, en dan kruipt de kruisspin snel naar zijn slachtoffer toe.
De spin dient zijn prooi een dodelijke dosis gif toe, wikkelt hem in spinrag en zuigt hem leeg voor voeding.

De kruisspin leeft ongeveer één jaar en je ziet hem vooral in het bos.
Grootte: Het lijf kan 17 mm worden, de poten 3 cm.
De kruisspin is een van de bekendste spinnen van Nederland en België, en je herkent hem gemakkelijk aan het lichte kruis op zijn rug. Verder kan het lijf van de kruisspin verschillende kleuren hebben, zoals grijs, bruin, geel of groen.
De kruisspin behoort tot de wielwebspinnen, die de bekende wielvormige webben maken. Het web kan een diameter van een halve meter hebben, en gewoonlijk maakte de kruisspin elke nacht een nieuw web.
Als het web klaar is, gaat de kruisspin in het midden ervan geduldig zitten wachten. Vroeg of laat zal een insect in het web verstrikt raken, en dan kruipt de kruisspin snel naar zijn slachtoffer toe.
De spin dient zijn prooi een dodelijke dosis gif toe, wikkelt hem in spinrag en zuigt hem leeg voor voeding.
Wil je meer weten over de dieren in de Nederlandse natuur? Lees dan ook het artikel over slangen in Nederland.
Grote trilspin

De grote trilspin lijkt op de hooiwagen. Maar hooiwagens maken geen web of gif. Ze hebben ook geen tweeledig lijf en niet acht ogen, zoals de grote trilspin, maar twee.
Grootte: Het lijf kan 10 mm worden, de poten 10 cm.
De grote trilspin is te herkennen aan zijn kleine, tweeledige lijf en zijn lange, dunne poten. De spin is meestal bruin, met een iets lichtere kop.
De grote trilspin is een zogeheten synantrope spin, omdat hij voor zijn voortbestaan afhankelijk is van de mens. De spin kan namelijk niet buiten overleven, maar houdt van verwarmde huizen en zit vooral graag op zolder en in de kelder.
Het web van de grote trilspin ziet er, in tegenstelling tot dat van de wielwebspin, wat rommelig uit. Het spinrag is ook niet kleverig, maar toch blijven er prooien in steken.
Als dat gebeurt, rent de grote trilspin ernaartoe, spuit hij een verdovende vloeistof in zijn slachtoffer en zuigt hij het binnenste eruit.
De langpotige spin eet graag andere spinnen, zoals de gewone huisspin.
Gewone huisspin

De grote huisspin kom je vaak tegen in huis, en hij kan zeven jaar worden.
Grootte: Het lijf kan 2 cm worden, de poten ruim 10 cm.
De gewone huisspin is een van de grootste spinnen die in Europa voorkomen en de grootste spin van Nederland en België.
De gewone huisspin lijkt misschien helemaal zwart, maar hij is eigenlijk donkerbruin of grijs, met geelbruine poten.
De spin behoort tot de trechterspinnen, die een dichtgeweven, trechtervormig web weven.
De gewone huisspin zit vaak onder in de trechter. Als hij de trillingen van een prooi voelt, komt hij tevoorschijn om toe te slaan.
En dat gaat snel.
Met een topsnelheid van 0,53 m/s is de gewone huisspin namelijk een van de snelste spinnen ter wereld.
Stalmuursluiper

De stalmuursluiper komt alleen in het zuiden buitenshuis voor. Hij is daarom als verstekeling naar Nederland en België gekomen.
Grootte: Het lijf kan 12 mm worden, de poten ruim 6 mm.
De stalmuursluiper is een compacte spin met korte, dikke poten. Hij is bruinzwart met een herkenbaar harig, grijs achterlijf, dat doet denken aan een muizenvacht.
In Nederland en België komt de stalmuursluiper alleen binnenshuis voor en zie je hem het vaakst ’s nachts op de muren en vloer. Hij jaagt actief op zijn prooi in plaats van in een web te zitten wachten.
Eén spin kan zeven soorten draden spinnen
Dankzij een aantal klieren kan een spin wel zeven verschillende dunne draden spinnen, elk met zijn eigen doel.

Tubiliformklier:
Levert zeer stevige draden waarmee de cocon wordt ingepakt.

Flagelliformklier:
Vormt de meest elastische, binnenste draad om de prooi mee te vangen.

Aggregaatklier:
Vormt een zeer kleverige draad, die de prooi vasthoudt in het web.

Kleine ampulklier:
Vormt een stevig spinsel voor de loopdraden in het web.

Grote ampulklier:
Vormt een zekeringslijn, waarmee de spin zich kan laten vieren.

Pyriformklier:
Vormt de draden die het spinnenweb op zijn plek vasthouden.

Aciniformklier:
Vormt draad om de prooi in te kunnen pakken als een lunchpakketje.
Huisdwergzesoog
Grootte: Wordt maximaal 2 mm lang.
De huisdwergzesoog is een kleine, roodachtige spin die uitsluitend in huizen leeft. Anders dan de meeste spinnen heeft hij maar zes ogen – vandaar de naam –, en hij heeft een herkenbaar loopje met afwisselend snelle en langzame bewegingen.
De huisdwergzesoog eet insectjes en jaagt alleen ’s nachts. Daardoor zie je hem zelden.
Zebraspin

Het mannetje van de zebraspin doet een zigzagdans als hij met het vrouwtje heeft gepaard.
Grootte: Wordt maximaal 7 mm lang.
De zebraspin is een vrij kleine spin, die is te herkennen aan zijn zwarte lijf met witte strepen. De zebraspin heeft in totaal acht ogen, waarvan er twee groter zijn dan de andere. Zo kan hij zich bij het jagen beter oriënteren.
De spin is een zogeheten springspin: hij bespringt zijn prooi, klemt deze tussen zijn poten en boort zijn giftanden erin.
De zebraspin leeft in de bossen en is ’s nachts actief. Hij houdt van zon, en als het regent houdt hij zich vaak schuil achter spindraad.
Gewone grottenspin

De gewone grottenspin is niet kieskeurig en eet ook slakken, wat je bij spinnen niet vaak ziet.
Grootte: Het lijf kan 17 mm worden, de poten ongeveer 5 cm.
De gewone grottenspin heeft een rond achterlijf, dat lichtbruin of geel kan zijn, met donkere patronen. Hij heeft relatief lange poten, die afwisselend donker- en lichtbruin zijn.
Zoals de naam al zegt houdt de gewone grottenspin van donkere ruimten, zoals grotten. Hij jaagt op insecten die zijn pad kruisen, maar vangt zo nu en dan ook een beestje in zijn web.
De gewone grottenspin legt tot 200 eitjes in een cocon. Dit is een omhulsel van spinrag, dat je soms aan een spindraad ziet hangen.
Koffieboonspin

De koffieboonspin legt tot 150 roze eitjes, die hij in spindraad wikkelt.
Grootte: Wordt maximaal 8 mm lang.
De koffieboonspin is een kleine, donkerbruine spin met een plat, rond achterlijf dat lijkt op een koffieboon.
De spin heeft meestal een lichte tekening op het achterlijf, dat kan variëren in duidelijkheid. Hetzelfde geldt voor de karakteristieke lichte strepen langs het achterlijf.
De koffieboonspin komt in huizen en in de natuur voor, waar hij insectjes vangt die in zijn web verstrikt raken.
Anders dan de kruisspin, die midden in zijn web op prooien wacht, verstopt de koffieboonspin zich vaak in de buurt van zijn web.
Korstmosrenspin

De korstmosrenspin komt in Nederland maar op een paar plekken voor.
Grootte: Wordt maximaal 6 mm lang.
De korstmosrenspin is een kleine spin die in Nederland maar op een paar plekken voorkomt. Hij heeft een plat lijf met herkenbare lichte en donkere patronen, waarvan er één, midden op het achterlijf, op een doodshoofd lijkt.
Door zijn uiterlijk valt de korstmosrenspin bij het jagen weg tegen boomschors. Daardoor zie je hem in de natuur ook makkelijk over het hoofd.
Lentevuurspin

De lentevuurspin heeft vrij grote kaken, waarmee hij zijn prooi spietst.
Grootte: Wordt maximaal 16 mm lang.
De lentevuurspin is een nog zeldzamere spin in de Lage Landen. Het mannetje is echter wel makkelijk te herkennen.
Het achterlijf en de achterste poten zijn rood, het voorlijf en de voorpoten zwart. Ook heeft hij vier karakteristieke stippen op zijn achterlijf en witte ringen op zijn voorpoten. Hij wordt in sommige talen dan ook ‘lieveheersbeestspin’ genoemd.
Het vrouwtje is geheel zwart of grijs.
De lentevuurspin leeft voornamelijk onder de grond, waar hij jaagt en eitjes legt. Voor dat laatste heeft de spin veel eiwit nodig, en daarom eet het vrouwtje het mannetje na de paring op.
Gewone mijnspin

De gewone mijnspin kan heel oud worden, het vrouwtje zelfs wel 10 jaar.
Grootte: Wordt maximaal 2 cm lang.
Hoewel de gewone mijnspin het meest van warmere streken houdt, komt hij ook voor in Nederland en België.
De gewone mijnspin heeft een compact, zwartglanzend lijf. Kenmerkend voor de spin zijn de twee enorme kaken, die bij het vrouwtje maar liefst 5 millimeter lang kunnen worden.
De gewone mijnspin jaagt door een gat te graven waarin hij een web weeft. Als daar een insect in blijft steken, schiet de mijnspin eropaf en trekt hij zijn prooi mee de diepte in.
Leven er giftige spinnen in de Lage Landen?
Valse weduwe kan Nederland en België vergiftigen
Naarmate de aarde opwarmt, kan het zijn dat er giftigere spinnen onze kant op komen, zoals Steatoda nobilis, ook wel valse weduwe genoemd.
De valse weduwe is de giftigste spin van Groot-Brittannië. De laatste jaren is hij ook in Duitsland waargenomen, en een paar keer in Nederland.

De valse weduwe kan rond de 32 mm worden, als je de poten meetelt.
Een beet van de valse weduwe is niet dodelijk, maar vergelijkbaar met een wespensteek. Symptomen zijn o.a. zwelling, ontsteking bij de beet en misselijkheid. Maar iets in de giftanden van de valse weduwe kan gevaarlijk zijn voor mensen.
Een nieuw Iers onderzoek toont aan dat de valse weduwe allerlei bacteriën bij zich draagt, waarvan er 12 ernstige ontstekingen bij mensen kunnen veroorzaken, zoals opgezwollen handen en etterende wonden. Een aantal van deze bacteriën bleek bovendien bestand te zijn tegen normale antibiotica.
Voor nu kunnen de gevaarlijke bacteriën echter worden bestreden met minder gangbare vormen van antibiotica.
Tot dusver is het niet al te pijnlijk om in Nederland of België door een spin te worden gebeten. In het ergste geval is het vergelijkbaar met je prikken aan een brandnetel.
Een paar soorten spinnen in ons land kunnen door de huid heen bijten. Dat zijn onder andere:
- Gewone huisspin
- Kleine gerande oeverspin
- Platte wielwebspin
- Kruisspin
- Stalmuursluiper
- Wespspin
- Gewone mijnspin
Hoe groot zijn de spinnen in Nederland en België?
Onze spinnen worden niet zo groot als hun soortgenoten in het buitenland. Maar ook bij ons komen spinnen voor die niet onopgemerkt in een hoekje kunnen gaan zitten.
Als je uitgaat van de pootlengte is de gewone huisspin de grootste spin van Nederland en België.

De gewone huisspin is gelet op de pootlengte de grootste spin van Nederland en België.
De poten van de gewone huisspin zijn 5 centimeter lang. Dat is maar een derde van die van de grootste spin ter wereld.
De Heteropoda maxima (in het Engels giant huntsman spider) heeft namelijk poten van wel 15 centimeter.

Hier zie je de gewone huisspin (l) naast de grootste spin ter wereld, Heteropoda maxima.
De gewone huisspin leeft, zoals de naam al zegt, in huizen, en houdt vooral van donkere, rustige plekken, zoals de kelder of zolder. Daardoor kruist deze soort vaak ons pad.
Als je uitgaat van de lichaamslengte is de kleine gerande oeverspin de grootste spin die in onze contreien voorkomt.
Het lijf van de kleine gerande oeverspin kan 10 centimeter lang worden, terwijl dat van de gewone huisspin maar 1,5 centimeter is.

Je herkent de kleine gerande oeverspin aan de lichte strepen langs het lijf van de spin.
In tegenstelling tot de gewone huisspin leeft de kleine gerande oeverspin langs het water. De kans is dan ook klein dat je er thuis een tegenkomt.
In de natuur vangt de kleine gerande oeverspin kikkervisjes en kleine visjes. En het dier kan onderduiken als er een roofdier in de buurt is.
Lees ook over de giftigste spinnen ter wereld.