Vindingrijke dieren trotseren ijswoestenij

De gemiddelde temperatuur is –57 °C, maar sterk aangepaste dieren trotseren de kou van Antarctica. Sommige overleven op zeehondenpoep, andere hebben hun gebit omgezet in een fijnmazige zeef.

Zuidpoolkip
© Shutterstock

Het grootste landdier is een insect

Belgica Antarctica
© Richard E. Lee Jr

Echte landdieren – soorten die hun hele leven op het land doorbrengen – vind je niet veel op de Zuidpool. De grootste is een vleugelloze mug van maar 6 millimeter. Het is meteen het enige insect op de zuidpool.

De muggen leiden in de zomer slechts tien dagen een kort en druk bestaan – maar ze leven wel twee jaar als larven onder het ijs. De insecten beschermen zich tegen de kou door suikers in hun cellen op te slaan, wat helpt tegen bevriezing. De muggen zijn zo goed aangepast aan de kou dat ze al sterven bij 10 °C.

Zeevarken graast zeebodem af

Zeevarken
© David Wrobel/Seapics

Voedsel bevindt zich niet alleen boven in de zee rond Antarctica. Ook de zeebodem is voedselrijk, waar zeevarkens gebruik van maken.

De 20 centimeter lange dieren, die familie zijn van de zeekomkommer, kammen in groten getale de zeebodem uit, waar ze de bovenste lagen doorwoelen zoals een regenworm de aarde. Zeevarkens leven van de organische stoffen die zich in de bodem bevinden of daarop neerdwarrelen uit bijvoorbeeld het kadaver van een walvis.

Ze laten de voedingsstoffen bovendien circuleren, waardoor die niet in de zeebodem achterblijven.

Vuilnisvogels overleven op uitwerpselen, braaksel en placenta’s

Zuidpoolkip
© Rick Price/Getty Images

Met hun dikke, sneeuwwitte verendek lijken zuidpoolkippen net op grote, dikke duiven, maar de ‘aasgieren van Antarctica’ gedragen zich heel anders.

Ze vliegen uitstekend, maar kunnen niet zwemmen of naar voedsel duiken, want ze hebben geen zwemvliezen.

In plaats daarvan nemen ze de rol van vuilnisman op zich. Zo ruimen de vogels op als een zeehond een jong heeft gebaard, en slobberen bloed, placenta en andere restanten van de geboorte op. Ook verse zeehondenpoep gaat erin als koek. In de pinguïnkolonies eten zuidpoolkippen de kapotte eieren en dode jongen op – of de uitgebraakte maaginhoud van de pinguïn –, en bij onderzoeksbases leven ze van vuilnis en ander afval van mensen.

In een gebied als Antarctica zijn dergelijke dieren extreem belangrijk. Door de kou blijven aas en ander afval lange tijd liggen en worden ze slechts langzaam afgebroken. Zuidpoolkippen zorgen ervoor dat het allemaal wat sneller gaat.