Dr Huw Griffiths/British Antarctic Survey & Shutterstock

Onderzoekers vinden onmogelijk leven onder het ijs

Honderden kilometers onder het zee-ijs van Antarctica zijn kolonies sponzen en andere dieren aangetroffen, al is daar bijna niets om van te leven.

Diep onder een ijsplateau op Antarctica bevinden zich diverse levensvormen, ook al komt er geen zonlicht. Dat is het verrassende bericht van biologen van de British Antarctic Survey in Engeland, die door het Filchner-Ronne-ijsplateau boorden om een camera op de zeebodem neer te laten.

Ze wilden foto’s nemen van modder op de bodem, waarvan ze dachten dat het een levenloos milieu was. Maar de camera landde op een grote ronde steen, waarop zich duidelijk levensvormen bevonden.

Biologen boorden door het 900 meter dikke ijsplateau en lieten een camera neer op de zeebodem. Hij landde op een circa 1 meter brede steen, die krioelde van leven.

© Dr Huw Griffiths/British Antarctic Survey

Op de foto’s zijn sponzen en andere dieren te zien – mogelijk rankpootkreeften, een groep kreeftachtigen waartoe de zeepokken behoren.

Op de steen zaten 16 sponzen en 22 andere dieren. De onderzoekers konden niet vaststellen wat het precies waren, maar denken dat het niet allemaal bekende soorten zijn.

🎬 VIDEO: Kijk hoe de camera op de zeebodem landt.

Sponzen en rankpootkreeften zijn niet mobiel, maar zitten hun leven lang vast op een oppervlak, zoals een steen. Dat betekent dat ze niet slechts op bezoek zijn onder het ijsplateau, maar zichzelf daar in leven kunnen houden.

Op de steen troffen de onderzoekers sponzen (r) aan en andere dieren, waarschijnlijk rankpootkreeften (l).

© Dr Huw Griffiths/British Antarctic Survey

Onder het ijsplateau is het water -2 °C, en de boring vond plaats op 260 kilometer van de rand – de dichtstbijzijnde plek waar fotosynthese mogelijk is. Maar de voedingsstoffen en het plankton waar de dieren van leven, hebben nog verder gereisd.

625 kilometer, zo ver zijn de dieren onder het ijs verwijderd van voedsel. Volgens de onderzoekers kan het decennia duren voor er iets eetbaars voorbijdrijft.

Op basis van de stromingen berekenden de onderzoekers dat het voedsel van de dieren van 625 kilometer verderop moet komen. Waarschijnlijk kunnen ze dus lang zonder voedsel, mogelijk decennia achtereen.

Het onderzoek naar het leven onder de ijsplateaus van Antarctica kan ons meer leren over de manier waarop het leven in de poolgebieden zich redde tijdens lange ijstijden, toen grote delen van de zee met ijs waren bedekt.