Op de foto’s zijn sponzen en andere dieren te zien – mogelijk rankpootkreeften, een groep kreeftachtigen waartoe de zeepokken behoren.
Op de steen zaten 16 sponzen en 22 andere dieren. De onderzoekers konden niet vaststellen wat het precies waren, maar denken dat het niet allemaal bekende soorten zijn.
🎬 VIDEO: Kijk hoe de camera op de zeebodem landt.
Sponzen en rankpootkreeften zijn niet mobiel, maar zitten hun leven lang vast op een oppervlak, zoals een steen. Dat betekent dat ze niet slechts op bezoek zijn onder het ijsplateau, maar zichzelf daar in leven kunnen houden.
Onder het ijsplateau is het water -2 °C, en de boring vond plaats op 260 kilometer van de rand – de dichtstbijzijnde plek waar fotosynthese mogelijk is. Maar de voedingsstoffen en het plankton waar de dieren van leven, hebben nog verder gereisd.
Op basis van de stromingen berekenden de onderzoekers dat het voedsel van de dieren van 625 kilometer verderop moet komen. Waarschijnlijk kunnen ze dus lang zonder voedsel, mogelijk decennia achtereen.
Het onderzoek naar het leven onder de ijsplateaus van Antarctica kan ons meer leren over de manier waarop het leven in de poolgebieden zich redde tijdens lange ijstijden, toen grote delen van de zee met ijs waren bedekt.