De kleurrijkste dieren vind je in streken waar veel soorten leven, dus in wouden en in het koraalrif. Daarbuiten hebben dieren vooral neutrale camouflagekleuren.
Bonte kleuren zijn mogelijk ontwikkeld omdat felle, opvallende kleuren de dieren helpen hun soortgenoten te herkennen wanneer er veel andere soorten in de buurt zijn. De spectaculaire kleuren worden echter ook wel voor andere communicatiedoeleinden gebruikt.
Veel giftige kikvorsachtigen laten met hun felle waarschuwingskleuren zien dat ze niet eetbaar zijn. De signaalkleuren zijn het resultaat van de hoge mate van specialisatie die kan ontstaan als allerlei soorten met elkaar moeten concurreren om te overleven in begrensde gebieden.
Met name vogels, kikvorsachtigen en vissen tellen veel kleurrijke soorten, maar zoogdieren houden het over het algemeen bij zwarte, witte, bruine en grijze tinten – ook in de tropen. Waarschijnlijk houdt dat verband met het feit dat de meeste zoogdieren slecht kleuren kunnen zien en dan ook geen kleuren kunnen gebruiken voor de interne communicatie. Een opvallende uitzondering vormen echter de primaten, die goed kleuren kunnen zien en daarom soms bonte signaalkleuren hebben, zoals het rood en blauw van de mandril.
LEES OOK: De gevaarlijkste dieren van Nederland