Radioactieve wilde zwijnen teisteren Fukushima
Ze zijn een knorrende plaag, de 13.000 met radioactiviteit verontreinigde wilde zwijnen in het gebied rond de kerncentrale Fukushima in Japan. Hun aantal is tijdens de kernramp in 2011 met 330% gestegen – en de Japanners komen maar niet van ze af.

Ze vernielen de akkers en vermenigvuldigen zich als – tja – wilde zwijnen.
De populatie wilde zwijnen in het afgezette gebied van 1113 km2 rond de kerncentrale Fukushima I is sinds de kernramp in 2011 geëxplodeerd van 3000 tot 13.000 exemplaren.
De radioactieve zwijnen vernielen de landbouwgrond in de gebieden rond de rampplek – de schade is al opgelopen tot ruim 770.000 euro – en het is geen peulenschil om van de zwijnenhordes af te komen.
Massagraf zit tjokvol wilde zwijnen
Doordat 200.000 Japanners werden geëvacueerd, heeft de natuur vrij spel gekregen in het gebied waar de Japanse wilde zwijnen zich nu onder andere tegoed doen aan met cesium-137 vervuilde planten.
De zwijnen zijn niet meer eetbaar voor mensen, omdat de radioactiviteit is opgenomen in hun weefsel. Jagers kunnen het bestand wel reduceren, maar het is een groot probleem om van de in totaal 1,2 miljoen kilo zwijnenvlees af te komen.