
Een slijmerig spoor van vernieling loopt door het bloemenperk. Aan het eind daarvan schuift een dikke, bruinige slak langzaam voort terwijl zijn 27.000 tanden zich een weg frezen door aardbeien en sierplanten.
Hij ziet er niet bijster angstaanjagend uit, maar is toch een van de meest gehate dieren, die onder tuiniers de bijnaam ‘killerslak’ heeft gekregen.
En de slak is niet alleen een nachtmerrie voor achtertuinen. De zwarte wegslak wordt met uitsterven bedreigd nu de killerslak zich steeds verder over de wereld verspreidt.
Maar nu staan wetenschappers klaar om een eind te maken aan de invasie.
Een nieuwe techniek kan ecosystemen op tijd redden voordat ze overmeesterd worden door de slijmerige plaag.
Al 500 miljoen jaar slakken
Slakken behoren tot de oudste diergroepen op aarde, de weekdieren. De vroegste vondst van slakken is 541-485 miljoen jaar oud, maar volgens sommige wetenschappers zijn ze nog eerder ontstaan.
Omdat weekdieren geen botten hebben die kunnen verstenen, is de kennis van paleontologen over oude slakken summier. Wel weten ze dat de oudste slakken zeedieren waren en dat de eerste landslakken circa 350 miljoen jaar geleden aan land kropen.
Veel oude soorten verdwenen tijdens de massa-extinctie 65 miljoen jaar geleden, die ook de dinosauriërs fataal werd.
Maar de slijmerige diergroep stippelde een nieuwe koers uit, waaruit de slakken die wij kennen voortkwamen.

De 480 miljoen jaar oude Calvapilosa kroegeri is een primitieve verwant van alle huidige weekdieren – ook van de killerslak. Aan fossielen van het dier uit Marokko is te zien dat hij een ingebouwde helm had.
Tegenwoordig zijn er zo’n 70.000 soorten slakken, waarmee ze de meest diverse groep weekdieren op aarde vormen.
Slakken zijn belangrijk voor ecosystemen omdat ze als vuilnisman fungeren: ze eten dode dieren en planten, en versnellen zo het ontbindingsproces waarbij organisch materiaal voedingsstoffen aan de bodem afgeeft.
Slakken hebben allerlei vormen en kleuren, en hun huisjes zijn klein of groot, glad of bezaaid met stekels. En er zijn ook naaktslakken, die geen slakkenhuis hebben.
En een ervan is de gehate Spaanse wegslak, beter bekend als de killerslak.
Overgewaaid uit Frankrijk
Zo heilzaam als slakken zijn voor ecosystemen waar ze van nature in passen, zo veel overlast veroorzaken ze daar waar ze niet thuishoren.
De killerslak is een ongewenste gast die oorspronkelijk niet bij ons voorkomt en hier grote schade aanricht.
En niet alleen tuinen worden aangevallen, ook akkers met onze favoriete gewassen.
1989 was het jaar waarin de killerslak in Nederland werd gemeld.
In 1989 is de eerste killerslak in Nederland gemeld, waarna de dieren zich hebben verspreid. Ze kwamen waarschijnlijk mee met de handel in grond, planten en compost, waar eitjes en jonge slakjes zich in grote aantallen schuilhielden.
Zoals zijn naam al doet vermoeden werd gedacht dat de Spaanse wegslak uit Spanje kwam, maar dit wordt nu in twijfel getrokken.
In 2020 voerde een team van onderzoekers uit Polen, Duitsland en Noorwegen uitgebreide genetische studies uit van killerslakken in 26 Europese landen.
Daaruit bleek dat de killerslak niet dezelfde wegslak is als de slak die in Spanje voorkomt. Waarschijnlijker is dat de killerslak afkomstig is uit een gebied in Frankrijk dat zich uitstrekt tot in het westen van Duitsland.

In slechts enkele decennia heeft de killerslak zich van zijn bakermat Frankrijk verspreid naar verre streken als Mexico en Groenland.
Inmiddels heeft de killerslak zich over het grootste deel van Europa verspreid. Het koude weer lijkt geen belemmering te zijn, want hij is ook al te vinden in Finland, IJsland en Groenland.
In 2021 meldde zelfs het verre Mexico de komst van de killerslak.
Killerslak kent weinig vijanden
Het grootste probleem met de killerslak is ook de sleutel tot zijn succes: hij vreet van alles en nog wat.
Van groenten tot kruiden, sierplanten en fruit – vooral laaghangende aardbeien –, alles verdwijnt als sneeuw voor de zon als de killerslak langskomt.
Uit verslagen uit Polen blijkt dat de slak zich tegoed doet aan meer dan 100 plantensoorten, en aardbeienkwekerijen in Noorwegen hebben ruim de helft van hun oogst aan het dier moeten afstaan.
Ook aas, uitwerpselen en slijm gaan naar binnen, en de slak haalt zelfs zijn neus niet op voor een dode soortgenoot.
50 procent van de aardbeienoogst van Noorse kwekerijen viel aan de killerslak ten prooi.
Bovendien heeft de killerslak weinig natuurlijke vijanden op noordelijke breedtegraden.
Egels, padden en enkele vogelsoorten eten af en toe een killerslak, maar hebben toch liever inheemse slakken, want killerslakken zijn taaier en slijmeriger. Merels vegen killerslakken wel eens af aan het gras voor ze ze opeten.
Zorgwekkend is dat invasieve soorten zich aanpassen en plaatselijke soorten kunnen verdringen.
In een studie testten onderzoekers het aanpassingsvermogen van de killerslak ten opzichte van een inheemse Noord-Europese wegslak door ze bloot te stellen aan verschillende temperaturen en variaties in de hoeveelheid voedsel.
Het aanpassingsvermogen werd gemeten aan de hand van het aantal overlevende slakken en hun productie van eitjes.
Bij hoge temperaturen, zoals in de zomer, stak de killerslak er met kop en schouders bovenuit, en hij deed het ook beter als het voedselaanbod slonk.





Killerslak is geschapen voor succes
Hij kan paren met andere soorten en eet overal doorheen, dankzij een dodelijke bek met 27.000 tanden. Met zijn spectaculaire anatomie is de killerslak niet te stuiten.
1. Meer tanden dan een mensenhaai
De tong is bezaaid met wel 27.000 tandjes van onder meer chitine – het materiaal waar ook het uitwendige skelet van insecten uit bestaat. De tong werkt als een rasp, die voedsel verscheurt en het naar binnen werkt.
2. Doet het met alles en iedereen
De killerslak is tweeslachtig. Zijn geslachtsorgaan, ovotestis, produceert zowel eitjes als sperma, die via de geslachtsopening in de kop vrijkomen. Als twee slakken paren, worden ze beide bevrucht en leggen ze elk 20-30 eitjes.
3. Uitwerpselen komen er van voren uit
De ingewanden van de slak zijn 180 graden gedraaid, dus sommige organen zijn anders geplaatst dan bij andere dieren. De darmen en plasbuis komen daardoor aan de voorkant van het dier uit, vlak bij het ademgat.
4. Kleverig slijm doodt bacteriën
De killerslak scheidt een bijzonder taai slijm (roze) af uit negen soorten slijmklieren. Het slijm bestaat uit een soort vloeibare kristallen en helpt de slak over oppervlakken te glijden en bacteriële infecties af te wenden.
Zwitserse studies tonen ook aan dat het spijsverteringsstelsel van de killerslak voedingsstoffen kan halen uit bronnen die voor inheemse slakken niet toegankelijk zijn. En dat biedt een duidelijk voordeel.
Bovendien trekt de invasieve slak er van nature veel meer op uit dan de lokale slakken.
In een studie vergeleken onderzoekers het activiteitsniveau van de killerslak met dat van de inheemse rode wegslak.
Meer dan 450 slakken werden gechipt en uitgezet in drie soorten landschappen. Zo bleek dat de killerslakken veel gretiger en actiever waren dan de rode wegslakken en zich sneller verplaatsten.
9 meter per uur legt een killerslak af.
De killerslak is dus een overlever die meer eet, zich beter aanpast en sneller beweegt dan andere slakken – en dit kan bepalen welke soorten op de lange duur overleven.
En de killerslak heeft nog een wapen in zijn invasieplan: een losbandig seksleven.
Slijmerige seks in de tuin
Omdat de killerslak voortdurend eet, heeft hij de energie om veel nakomelingen te produceren. Tel daarbij op zijn losbandigheid en je hebt alle ingrediënten voor een slakkenexplosie.
De paartijd van de killerslak duurt meestal van juli tot september, en dan bruisen de tuinen van de slijmerige seks. De slak is tweeslachtig en kan tijdens de paring als mannetje of als vrouwtje optreden.
Als een killerslak een partner ruikt, begint hij een soort paringsdans. Tijdens deze zogeheten yin-yangformatie draaien de slakken om elkaar heen en likken ze het slijm van elkaar af.
Door de paringsdans zwellen de geslachtsorganen op. Vervolgens drukken de slakken hun geslachtsopeningen, die in de kop zitten, tegen elkaar aan. Dan begint de wederzijdse penetratie met een vliezig zakje, spermatofoor genaamd, dat het sperma naar de partner overbrengt.

De geslachtsopening van de killerslak zit in de kop. Tijdens de paring blazen de tweeslachtige slakken vliesvormige zakjes, spermatoforen genoemd, op en wisselen ze sperma uit.
De paring duurt twee tot drie uur en vindt meestal ’s nachts plaats.
De wederzijdse bevruchting betekent dat een paring niet één maar twee bevruchte slakken oplevert, die 400 eitjes per jaar kunnen produceren. Die eitjes worden meestal per 20 tot 30 onder stenen of in holtes in de grond gelegd.
De bronstige killerslakken paren niet alleen met soortgenoten, maar verleiden ook inheemse wegslakken.
Hoewel de soorten zich circa 5 miljoen jaar geleden van elkaar aftakten, kunnen sommige nog paren, waardoor de nakomelingen genen van beide soorten bevatten.
Die uitwisseling van genen zou tot een grotere biodiversiteit kunnen leiden, maar wetenschappers vrezen dat de inheemse wegslakken het onderspit delven.
Omdat de killerslakken op veel plaatsen de zwarte en rode wegslakken in aantal overtreffen, zullen de laatste, ondanks de genetische vermenging, uiteindelijk verdwijnen.
Maar de killerslak moet niet verwachten dat hij de wereld zonder slag of stoot kan veroveren.
Parasieten kunnen invasie stoppen
Wetenschappers van de universiteit van Iowa (VS) hebben een techniek bedacht om de opmars van de killerslak te stoppen.
Met environmental DNA (eDNA) kunnen ze invasieve slakken in een vroeg stadium opsporen, voordat de aantallen uit de hand lopen.
Wat de slakken achterlaten aan onder meer huid en slijm zit vol DNA, waaraan hun identiteit is af te lezen. Door bodemmonsters te nemen en het DNA te extraheren kunnen wetenschappers de aanwezigheid van invasieve soorten vaststellen voordat ze waargenomen zijn.
Als de killerslakken op deze manier vroeg ontdekt worden, zijn ze veel makkelijker te bestrijden.
Invasieve slakken veroveren de aarde
Een reus, een kannibaal en een lekker hapje – nog drie slakken staan op de lijst van de internationale unie voor natuurbescherming van de 100 ergste invasieve soorten op aarde.

1. Gigantisch huisdier ontsnapt
Met een huis tot 20 centimeter lang is de Afrikaanse reuzenslak de grootste op aarde. De joekel werd als huisdier in de VS ingevoerd, maar ontsnapte en groeide uit tot een groot probleem voor de landbouw.

2. Kannibaal roeit inboorlingen uit
De wolfsslak is de enige slak die op levende prooidieren jaagt. In 1955 werd hij op Hawaï uitgezet om de Afrikaanse reuzenslak te bestrijden. De kannibaal viel echter ook andere inheemse slakken aan en heeft nu acht soorten uitgeroeid.

3. Lekkernij bedreigt rijstproductie
In de jaren 1980 werd de eetbare appelslak uit Zuid-Amerika naar Zuidoost-Azië uitgevoerd. Maar hij ontsnapte, en omdat hij alle planten eet die in de buurt van zoet water groeien, bedreigt hij nu de rijstproductie in verschillende landen.
Als de slakken zich eenmaal ergens gevestigd hebben, zijn ze bijna niet weg te krijgen.
Veel tuiniers zullen dit beamen. Ondanks aanhoudende inspanningen blijven ze een dappere strijd voeren om de populatie killerslakken laag te houden. Zout, knoflook en biervallen zijn slechts enkele methoden die ingezet worden.
Ook gif wordt gebruikt, maar dit tast helaas ook andere dieren aan – waaronder de natuurlijke vijanden van de slak. Een alternatief is een biologisch middel, zoals een parasitaire rondworm, die de slakken infecteert en ze van binnenuit opeet.

Zo bestrijd je de killerslak het best
Internet staat vol met adviezen over het vangen, verjagen en doden van de killerslak. Dit zijn de beste methoden van de wetenschap:
De creatieve oplossingen leggen het echter af tegen de meest praktische: het verzamelen van de slakken.
Idealiter verzamel je killerslakken zodra ze in de lente en vroege zomer verschijnen, voordat ze groot worden, paren en eitjes leggen.
Om de killerslak te bestrijden, moeten we onze mouwen blijven opstropen. Want al is de slak nog zo week en traag, de invasie lijkt nog niet af te nemen. Integendeel.