Al is de mens de enige diersoort die vuur kan maken, via letters en noten communiceert, kaart kan lezen en kan rekenen, onze hersenen verschillen niet veel van die van apen en andere zoogdieren.
De twee grootste verschillen zijn dat wij meer zenuwcellen in onze geplooide hersenschors hebben dan dieren, en dat onze zenuwcellen omgeven zijn door een dikkere isolatielaag, waardoor de zenuwsignalen sneller kunnen lopen.
Daarom denken de meeste onderzoekers dat onze intelligentie niet wezenlijk verschilt van die van dieren, maar dat we deze alleen tot een hoger niveau hebben ontwikkeld.
Veel dieren hebben intelligente trekjes: ze gebruiken gereedschap, werken samen, communiceren of zorgen voor soortgenoten, maar de mens doet dit alles in veel hogere mate.
Intelligentie bij dieren is echter lastig te meten omdat ze ons niet kunnen zeggen wat ze denken, dus we moeten maar gissen naar wat de intelligentste dieren zijn.