Vlinders in Nederland
Op het eerste gezicht kan het moeilijk zijn om de fladderaars uit elkaar te houden, maar met een beetje kennis van vlinders in Nederland is het opeens makkelijk om allerlei witjes en blauwtjes van elkaar te onderscheiden.
De bonte lentebodes worden ook wel dagvlinders genoemd omdat ze, anders dan nachtvlinders, overdag actief zijn.
Dit zijn de kenmerken van vlinderfamilies
Dagvlinders worden ingedeeld in zes families:
- Pages
- Witjes
- Aurelia’s
- Blauwtjes
- Prachtvlinders
Dikkopjes
Pages hebben de Latijnse naam Papilionidae. Ze zijn te herkennen aan hun donkere vleugels met banden of vlekken van wit, geel, oranje, rood, groen of blauw. Sommige soorten van de familie hebben achtervleugels die lijken op een zwaluwstaart.
- Witjes hebben de Latijnse naam Pieridae. De meeste vlindersoorten van de familie zijn te herkennen aan hun witte of gele vleugels
- Aurelia’s hebben de Latijnse naam Nymphalidae. Er zijn meer dan 6000 soorten, die niet per se op elkaar lijken. Aurelia’s hebben echter met elkaar gemeen dat ze maar vier functionele poten hebben.
- Blauwtjes hebben de Latijnse naam Lycaenidae. Niet alleen de blauwtjes met blauwe vleugels behoren tot de familie, maar ook de vuurvlinders, die vaak warme kleuren hebben.
- Prachtvlinders hebben de Latijnse naam Riodinidae. Soorten in deze familie hebben vaak bonte kleuren en unieke vleugelvormen.
- Dikkopjes hebben de Latijnse naam Hesperiidae. Ze heten zo omdat de vlinders van deze familie een grote kop hebben met een flinke afstand tussen de antennes.
Algemene vlinders in Nederland
Er zijn meer dan 18.000 soorten vlinders op aarde. Nederland telt slechts 53 dagvlindersoorten, waarvan sommige zeldzamer zijn dan andere.
10 veelvoorkomende vlinders in Nederland
Hier zijn enkele vlinders die je in de Nederlandse natuur kunt tegenkomen:
- Citroenvlinder
- Distelvlinder
- Atalanta
- Kleine vos
- Dagpauwoog
- Groot koolwitje
- Oranjetipje
- Icarusblauwtje
- Bruin zandoogje
- Kleine vuurvlinder
Bekijk hoe de vlinders eruitzien en leer meer over ze in dit artikel.
Citroenvlinder

De citroenvlinder behoort tot de witjes en is herkenbaar aan zijn gele vleugels met de oranje vlek.
- Latijnse naam: Gonepteryx rhamni
- Familie: Witjes
- Spanwijdte: 54-64 mm.
- Vliegperiode: maart-oktober.
De citroenvlinder behoort tot de witjes en is te herkennen aan zijn bleke, citroengele kleur en het puntje aan zijn vleugels.
Het mannetje heeft een sterkere gele kleur dan het vrouwtje, maar zowel het vrouwtje als het mannetje hebben een oranje vlek in het midden van de vleugel.
De citroenvlinder leeft in het grootste deel van Europa en Noord-Afrika en kan zelfs een winter met strenge vorst in Siberië overleven.
De vlinders die hebben overwinterd kun je al in maart zien, terwijl de nieuwe generatie pas in juli verschijnt.
De citroenvlinder is te vinden in bossen, struikgewas of tuinen, waar hij zich tegoed doet aan de nectar van de vele paardenbloemen.
Distelvlinder

De distelvlinder is de meest voorkomende vlinder op aarde.
- Latijnse naam: Cynthia cardui
- Familie: Aurelia’s
- Spanwijdte: 58-74 mm.
- Vliegperiode: mei-oktober.
De distelvlinder behoort tot de aurelia’s en is te herkennen aan zijn bruinoranje vleugels en zwarte vleugelpunten met witte vlekken.
De prachtige kleuren van de distelvlinder worden omlijst door een witte streep langs de vleugelrand.
De distelvlinder komt over de hele wereld voor, behalve op Antarctica en in Zuid-Amerika. Het is dan ook ’s werelds meest verspreide vlinder.
De vlinder is zo algemeen doordat hij migreert, wat betekent dat hij duizenden kilometers per jaar aflegt tussen warmere en koudere klimaten.
De vlinder kan zelfs in enkele dagen van Zuid-Europa naar Noord-Europa vliegen. Tussen het zomer- en het winterseizoen verblijft hij vooral langs de kusten.
Atalanta

De atalanta legt eitjes op brandnetels, waar na 4-5 dagen rupsen uit komen.
- Latijnse naam: Vanessa atalanta
- Familie: Aurelia’s
- Spanwijdte: 55-70 mm.
- Vliegperiode: mei-oktober.
De atalanta is een trekvlinder uit de familie van de aurelia’s. Hij vliegt in het voorjaar naar het noorden om eitjes te leggen op brandnetels. In de herfst trekt hij weer naar het zuiden.
De atalanta is te herkennen aan zijn bruine vleugels met brede rood-oranje banden op de achtervleugels en midden op de vleugels. Verder is de atalanta versierd met witte vlekken en blauwe strepen op de uiteinden van zijn vleugels.
Deze vlinder komt voor in heel Europa en ook in Noord-Amerika, Turkije, Iran en Oost-Rusland. Hij gedijt het best in bossen en open land.
Wil je meer weten over de dieren in de Nederlandse natuur? Lees dan ook de artikelen over slangen in Nederland en spinnen in Nederland en België.
Kleine vos

De kleine vos is te herkennen aan zijn oranjerode, gekartelde vleugels.
- Latijnse naam: Aglais urticae
- Familie: Aurelia’s
- Spanwijdte: 45-61 mm.
- Vliegperiode: maart-oktober.
De kleine vos is een klassieke aurelia.
Hij is te herkennen aan zijn oranjerode vleugels, de blauwgevlekte vleugelrand en zijn gekartelde achtervleugels.
De kleine vos leeft onder meer van brandnetels, en als trekvlinder is hij altijd op weg naar nieuwe voedselrijke gebieden.
Deze vlinder leeft in heel Europa, Azië en aan de kust van de Stille Oceaan, en overwintert graag in noordelijke gebieden, waar de generatie die overwinterde al in maart te zien is.
Dagpauwoog

Dagpauwogen zijn te herkennen aan de vlekken op hun vleugels die op ogen lijken.
- Latijnse naam: Inachis io
- Familie: Aurelia’s
- Spanwijdte: 63-75 mm.
- Vliegperiode: april-september.
De dagpauwoog is zo mooi als zijn naam doet vermoeden. De vlinder dankt die naam aan de oogvormige vlekken op de vleugelpunten.
Deze prachtige vlinder uit de familie van de aurelia’s heeft fluweelrode kleuren en gekartelde vleugels.
Dagpauwogen komen over de hele wereld voor, want de vlinder is een trekvlinder, die in een herfst rustig 100 kilometer kan afleggen.
Hij omringt zich graag met bos en water en in de herfst doet hij zich tegoed aan tuinbloemen en overrijp fruit.
Bioloog: Zo krijg je een tuin vol vlinders
Veel vlindersoorten worden bedreigd. Dagvlinders zijn zeer gevoelig voor milieuveranderingen, dus er is niet veel voor nodig om een vlindersoort plotseling te laten verdwijnen, vertelt bioloog en auteur Michael Stoltze.
‘De belangrijkste reden waarom vlinders bedreigd worden is ruimtegebrek. Veel vlinders zijn zeer gespecialiseerd en hebben heel specifieke omstandigheden nodig. Als je landbouw bedrijft, huizen en wegen bouwt en de grond bemest met gifstoffen, verliezen vlinders hun habitat en dan verdwijnen ze,’ legt hij uit.
Gelukkig weet hij ook wat je moet doen voor een mooie tuin met veel insecten en vlinders.
‘Als je een tuin hebt, kun je die wat wilder maken met soorten als beemdkroon, rolklaver of marjolein, die in Nederland in het wild voorkomen en veel vlinders trekken,’ suggereert Michael Stoltze.
Vlinders zijn sterk afhankelijk van wilde planten, dus het maakt heel veel uit of je beemdkroon of rododendrons plant.
‘Rododendrons zijn bijvoorbeeld niet geschikt voor insecten omdat ze uit andere delen van de wereld komen. We hebben in Nederland gewoon niet de insecten die erop afkomen, dus zijn ze bijna steriel,’ aldus Stoltze.
Groot koolwitje

Het koolwitje legt eitjes op de onderkant van koolbladeren, vandaar de naam van de vlinder.
- Latijnse naam: Pieris brassicae
- Familie: Witjes
- Spanwijdte: 50-63 mm.
- Vliegperiode: mei-oktober.
Het koolwitje, een van de veelvoorkomende witjes, is te herkennen aan zijn gebroken witte kleur en de zwarte patronen op zijn vleugels. Het vrouwtje heeft zelfs twee ronde vlekken op haar voorvleugels.
Het koolwitje leeft in Europa, Noord-Afrika en Azië en is zeer algemeen in Nederland.
De vlinder is meestal te zien in tuinen, bloemenvelden en rond akkers waar geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
Het koolwitje legt eitjes in trossen van 50 onder aan koolbladeren. De eieren zijn felgeel en daarom makkelijk te herkennen.
Oranjetipje

Het mannetje van het oranjetipje heeft oranje vleugeltippen, maar het vrouwtje niet.
- Latijnse naam: Anthocharis cardamines
- Familie: Witjes
- Spanwijdte: 33-47 mm.
- Vliegperiode: april-juli.
Het oranjetipje is een elegante vlinder met zijn witte vleugels en, bij het mannetje, de oranje vleugelpunten. Het oranjetipje is een witje, en het vrouwtje wordt vaak verward met het koolwitje van die familie.
Waar het mannetje grote oranje vlekken op de vleugelpunten heeft, is het vrouwtje is iets ingetogener gekleed, met witte vleugels met zwarte randen.
Samen met de dagpauwoog en de citroenvlinder is het oranjetipje een van de eerste vlinders die in het voorjaar verschijnen.
In heel Europa en in de gematigde delen van Azië komen oranjetipjes voor.
De vlinder legt eitjes op tuinkers en andere planten van de kruisbloemenfamilie. Hij gedijt goed op vochtige plaatsen zoals weiden, bosranden en greppels.
Icarusblauwtje

Het icarusblauwtje valt onder de groep vlinders Lycaenidae. Dit is een vrouwtjesvlinder.
- Latijnse naam: Polyommatus icarus
- Familie: Blauwtjes
- Spanwijdte: 25-36 mm.
- Vliegperiode: mei-september.
Het icarusblauwtje is te herkennen aan zijn blauwe en bruine kleuren.
Het mannetje is lichtblauw met zwarte strepen en een witte versiering aan de vleugelrand, terwijl de vleugels van het vrouwtje bruin zijn met oranje vlekken en blauw-violette kleuren bij het lijf.
Het icarusblauwtje is een wijdverspreide vlinder in Europa, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië, en is bij ons het meest algemene blauwtje.
Hij voedt zich met erwten- en klaverplanten en komt voor op hellingen, in bermen, op braakliggende akkers en in weilanden.
Bruin zandoogje

Het zandoogje is een zeer algemene vlindersoort in Nederland.
- Latijnse naam: Maniola jurtina
- Familie: Aurelia’s
- Spanwijdte: 31-47 mm.
- Vliegperiode: mei-september.
Het bruine zandoogje behoort tot de familie van de aurelia’s en is een zeer algemene vlinder in Nederland.
Zijn vleugels zijn bruin met oranje vlekken en hij is te herkennen aan zijn zwarte vlekken met een witte vlek in het midden, die op ogen lijken.
Bruine zandoogjes komen voor in Europa, Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Hij is niet kwetsbaar en kan bijna overal overleven waar er open land is. Zo kun je zandoogjes zien in velden, weilanden, bossen, op de hei en in tuinen.
Kleine vuurvlinder

De kleine vuurvlinder is te herkennen aan de vuurrode voorvleugels met bruine vlekken.
- Latijnse naam: Lycaena phlaeas
- Familie: Blauwtjes
- Spanwijdte: 25-30 mm.
- Vliegperiode: april-oktober.
De kleine vuurvlinder is een van de meest voorkomende vlinders in Nederland.
De kleine vuurvlinder is een blauwtje, al is noch het mannetje, noch het vrouwtje blauw – de vlinder staat juist bekend om zijn warme kleuren.
Vrouwtje en mannetje zijn getooid met oranjerode voorvleugels en oranjerode banden op de achtervleugels. De achtervleugels zijn bruin en de voorvleugels zwartgevlekt.
Deze vlinder geeft de voorkeur aan droge en zanderige gebieden zoals braakliggende akkers en stranden, en de soort heeft zich verspreid over heel Europa, Noord- en Oost-Afrika, oostelijk Noord-Amerika en Azië.
Zeldzame vlinders in Nederland
Dagvlinders zijn kwetsbare wezentjes die niet tegen veranderingen in het milieu kunnen en daarom worden veel vlinders in Nederland helaas bedreigd.
Deze twee vlinders zul je in Nederland alleen met wat mazzel tegenkomen.
Koninginnenpage

De koninginnenpage is een van de grootste vlinders van Nederland.
- Latijnse naam: Papilio machaon
- Familie: Pages
- Spanwijdte: 50-90 mm.
- Vliegperiode: mei-augustus.
De koninginnenpage valt op door de witgele vleugels met zwarte patronen. De achtervleugels zijn getand en zien er prachtig uit met de blauwe en oranje vlekken.
De koninginnenpage is wijdverspreid op het noordelijk halfrond en kan in elk klimaat leven, van subtropisch tot arctisch.
Hij gedijt het best rond weiden en moerassen en komt ook in Nederland voor – vooral in het zuiden, maar door het hele land zijn af en toe zwervers te zien.
Rode vuurvlinder

De rode vuurvlinder leeft in drassig gebied en op velden, maar is zeldzaam in Nederland.
- Latijnse naam: Lycaena hippothoe
- Familie: Blauwtjes
- Spanwijdte: 28-36 mm.
- Vliegperiode: juni-juli.
De rode vuurvlinder behoort tot de zeldzame vlinders in de familie van de blauwtjes.
Het mannetje heeft een opvallende rode vlek met blauwviolette randen, terwijl het vrouwtje koperkleurige voorvleugels heeft met bruine vlekken en bruine achtervleugels met koperkleurige banden.
De rode vuurvlinder leeft niet in Nederland, maar soms steekt er een zwerver vanuit België of Duitsland de grens over.

’s Werelds grootste vlinder
De atlasvlinder is ’s werelds grootste vlinder, gemeten naar spanwijdte, die wel 30 centimeter kan zijn bij gespreide vleugels.
De vlinder leeft in het tropisch regenwoud in China, Thailand en Indonesië.