Als de larven en volwassen mieren de vloeistof niet tot zich nemen, hoopt de vloeistof zich op en raakt deze besmet met schimmels, die de poppen doden. Dat verrast wetenschappers.
‘Het is verbazend dat dit nooit eerder is opgemerkt,’ zegt Patrizia d’Ettore, etholoog aan de Sorbonne Université in Parijs. Ze vervolgt:
‘De poppen werden eerder als nutteloos beschouwd omdat ze niet mobiel zijn, niet eten en alleen maar verplaatst worden door de werkmieren. (...) Maar deze studie ontkracht dat.’
Evolutionaire rol
Het onderzoek toont ook aan dat de poppenmelk niet slechts voorkomt bij één mierensoort, maar bij alle vijf de grote onderfamilies, die elk meerdere mierensoorten omvatten.
De ontdekking suggereert dat de speciale melk een rol kan spelen met betrekking tot de sociale structuren van de mieren.
‘Het moet zijn geëvolueerd kort nadat mieren [eusociaal] werden(https://www.britannica.com/science/eusocial-species) of misschien zelfs voordat ze sociaal werden,’ zegt Daniel Kronauer, bioloog aan de Rockefeller University.
De volgende stap is te onderzoeken hoe de poppenmelk het gedrag en de fysiologie van respectievelijk de larven en de volwassen mieren beïnvloedt – en dus of de toegang tot poppenmelk er van invloed op is of de larven zich ontwikkelen tot koninginnen of werkmieren.