Problemen in de genetica
De meeste eerdere studies over bijen richten zich op omgevingsfactoren, zoals parasieten, pesticiden, ziekten en de aanwezigheid van voedsel.
De onderzoekers van Maryland gingen echter na hoe lang bijen kunnen overleven in een gecontroleerde omgeving in een laboratorium.
Ze verzamelden bijenpoppen van werkbijen van nog geen 24 uur oud om te zien hoe lang ze konden overleven zonder invloeden van buitenaf.
Ze plaatsten de bijen in speciaal gebouwde vitrines en gaven ze verschillende soorten water, zoals kraanwater, gedemineraliseerd water en suikerwater.
Het soort water had echter geen effect op de levensduur van de bijen.
De onderzoekers waren verbaasd dat de bijen niet langer leefden dan in eerdere studies uit de jaren 2000 – en zelfs niet even lang.
Halve levensduur
Het onderzoeksteam ging verder terug in de tijd en vond soortgelijke studies vanaf 1969. Daaruit maakten ze op dat de gemiddelde levensduur van honingbijen is gehalveerd.
Tot de jaren 1970 werd een gemiddelde levensduur van bijen gevonden van 34,4 dagen, maar nu is dat nog maar 17,7 dagen.
Als voedsel en omgeving geen invloed hebben op de levensduur van bijen, wat dan wel?
Omdat de onderzoekers de bijen verzamelden voordat ze volwassen waren, konden ze externe factoren als pesticiden of voedseltekorten uitsluiten. De oorzaak van de kortere levensduur trad dus al in werking voordat ze geïsoleerd werden.
Omdat milieu-invloeden geen rol blijken te spelen, denken de onderzoekers dat de oorzaak ligt in de genetica van de bijen.
De bevindingen zijn weliswaar gebaseerd op experimenten in een gesloten omgeving, maar ze komen overeen met rapporten van imkers in de VS.
Zij melden een jaarlijks verlies aan bijenvolken van 30 tot 40 procent in de afgelopen 14 jaar.
Oplossing schuilt in de genetica
Onderzoekers kwamen de verkorte levensduur op het spoor, doordat imkers bijenvolken vervangen als ze op natuurlijke wijze verouderen en sterven. En de afgelopen 10 jaar zagen de imkers zich gedwongen om steeds sneller tot vervanging over te gaan, omdat de bijensterfte sterk toenam.
Op die manier is er een neerwaartse spiraal gecreëerd, waarbij de genetica van de bijen steeds verder verandert en ze mogelijk dus steeds vroeger sterven.
Verder onderzoek zal nagaan of deze trend zich wereldwijd voordoet en of kan worden aangetoond dat deze verband houdt met de genetica van bijen.
‘Dit introduceert het idee van een genetische component,’ verklaart Anthony Nearman, promovendus in de entomologie, in een persbericht.
‘Als deze hypothese juist is, wijst ze ook op een mogelijke oplossing. Als we enkele van de genetische factoren kunnen isoleren, kunnen we misschien langer levende honingbijen fokken.’