Een kleine rosse grutto heeft 11 dagen onafgebroken gevlogen en 13.560 kilometer afgelegd – 510 kilometer verder dan het oude record. Wetenschappers volgden de route en de snelheid van de vogel nauwkeurig via een satellietzender.
De slechts vijf maanden oude vogel verliet zijn geboorteplaats in Alaska, stak de Stille Oceaan over naar het zuiden en landde op 24 oktober 2022 in Tasmanië.
Om zo’n zware reis te kunnen volbrengen, eten trekvogels voorafgaand aan hun vertrek heel veel. Jonge vogels stijgen pas 4 tot 6 weken na de volwassenen op, zodat ze meer tijd hebben om te groeien en hun vetvoorraden aan te vullen.
Kort voor vertrek vernauwen bepaalde organen zich zelfs, zodat de vetdepots meer ruimte hebben. Twee à vier weken voor vertrek is het vetpercentage van een trekvogel slechts 17 procent, maar bij vertrek is dat 58 procent. En als de dier zijn bestemming bereikt, heeft hij weer ongeveer de helft van zijn gewicht verloren.
Albatrossen benutten windenergie
Ook andere vogels kunnen lang vliegen. Zo leggen albatrossen, die rond het zuidelijk halfrond vliegen, 22.000 kilometer af in 46 dagen.
Maar anders dan de rosse grutto vliegt de albatros niet actief. Hij houdt zijn reusachtige vleugels stil en gebruikt luchtstromen om in de lucht te blijven.
Bovendien kan de albatros op het water landen en uitrusten, terwijl de rosse grutto niet kan opstijgen vanaf water.