1. Potvis
Potvis zwemt zijn hersenen achterna.
? Hersengewicht: 7,8 kg
De potvis kan duiken tot wel 3000 meter diepte. In het donker van de diepzee vindt hij zijn weg en zijn prooi met behulp van sonar. De enorme hersenen van de meesterduiker vormen daardoor waarschijnlijk een verfijnd navigatie-instrument.
Onderzoek naar de hersenen van potvissen wijst uit dat de reuk- en smaakcentra laagontwikkeld zijn. Het gehoorcentrum is echter groot, wat erop duidt dat de potvis goed hoort en geluidsindrukken heel precies verwerkt.
Het deel van de hersenen dat bij zoogdieren de poten aanstuurt, is klein, wat niet verrassend is. De grote hersenen zijn echter enorm, zowel absoluut als in vergelijking met de rest van de hersenen. Voor een mens zou dat een hoge intelligentie betekenen, maar of dat voor de potvis ook geldt, weten we niet.
2. Olifant
Olifant vergeet nooit iets.
? Hersengewicht: 6,0 kg
Olifanten onthouden alles – we spreken niet voor niets van een olifantengeheugen. Oude dieren worden vaak kuddeleider omdat ze weten waar waterroutes lopen en waar bronnen en voedsel te vinden zijn – kennis die ze in hun lange leven hebben opgedaan.
Bovendien hebben olifanten zelfbewustzijn. Anders dan veel andere dieren herkent een olifant zichzelf in de spiegel. Dit ontdekten onderzoekers toen ze een klodder verf op de kop van een olifant smeerden, waarna ze hem voor een spiegel zetten. De olifant probeerde met zijn slurf de verf weg te krijgen – van zijn kop, niet van de spiegel.