Libel heeft 80.000 ogen
De meest ontwikkelde versie van een samengesteld zicht vind je bij de libel. De kop bestaat bijna alleen uit ogen, en dat is ook niet zo raar, want elk oog bestaat uit wel 40.000 facetten. Die hoeveelheid ogen levert de libel het scherpste zicht op van alle insecten in de dierenwereld.
Dat heeft hij ook wel nodig, want de libel is een van de snelste vliegers van de insectenwereld. Zonder zulke goede ogen zou hij zijn prooidieren niet in het voorbijgaan kunnen ontdekken en vangen. De facetogen zijn perfect op die taak berekend.

Elk facet in het oog van de libel heeft een lens die het licht focust en zich een beeld vormt. Via zenuwdraden worden ze in het brein samengevoegd tot één beeld.
Het grote voordeel van een samengesteld zicht is dat het extreem gevoelig is voor bewegingen. Elk beeld dat de libel ziet, bestaat in feite uit 80.000 kleine beeldjes, en als er in één beeldje ook maar iets verandert, merkt de libel dat al op. Bovendien kan het insect zijn kop naar alle kanten draaien, waardoor hij geen enkele blinde hoek heeft.
Reuzeninktvis ziet roofdieren in de donkere zee

Grote, ontwikkelde ogen waarschuwen de reuzeninktvis bij het zien van vijanden.
De reuzeninktvis leeft in de pikzwarte duisternis van de diepzee en heeft het lichtprobleem opgelost door extreem grote ogen te ontwikkelen met een diameter van zo'n 30 centimeter – groter dan een voetbal. Ondanks dat indrukwekkende formaat vangt het oog niet genoeg licht op om kleine dieren te kunnen ontwaren op de diepten waarop de inktvis meestal rondzwemt.

Ogen zijn gidsen in de donkere diepzee
De geavanceerde ogen van de reuzeninktvis vangen zelfs kleine bewegingen in het donker op.
Licht wordt gevangen
Met een diameter van zo'n 30 centimeter is het netvlies zo groot als een A3-velletje, en het vangt dan ook veel licht op.
Lens is kogelrond
De lens is bijna kogelrond, en het oog stelt scherp door de lens heen en weer te bewegen.
Gepolariseerd licht
Het oog ziet gepolariseerd licht in plaats van kleuren, wat de trillingen in de opgevangen lichtgolven dezelfde richting geeft.
Veel focuspunten
Inktvissenogen hebben een aantal verschillende focuspunten, waarmee het dier snel bewegingen kan ontwaren.
Geen blinde vlekken
De lichtgevoelige cellen wijzen naar de lens, waardoor de inktvis geen blinde vlekken in het oog heeft.
Grote dieren ziet hij juist wel goed; niet alleen zijn soortgenoten, maar ook zijn ergste vijanden, zoals de bijna 20 meter lange potvis.
Lichtversterker helpt katten in het donker te kijken

Kattenogen hebben een speciale laag met lichtgevoelige cellen. Dat levert katten een formidabel nachtzicht op.
Hoe lichtgevoelig en ontwikkeld de ogen van een nachtdier ook zijn, een deel van het licht gaat gewoon door het oog heen, zonder de lichtgevoelige cellen te raken.
Daarom hebben veel dieren een reflecterende laag achter in het oog ontwikkeld. Bij gewervelde dieren wordt dit het tapetum lucidum genoemd.

Als licht door het netvlies (oranje) valt, wordt het door het tapetum lucidum (geel) teruggekaatst, waardoor de lichtgevoelige cellen nog een kans krijgen.
Als licht door het netvlies valt, raakt het de laag achter in het oog en wordt het weerkaatst, waardoor de lichtgevoelige cellen nog een kans krijgen. Het gaat iets ten koste van de scherpte, maar komt katten, haaien en andere dieren toch van pas.
Door de reflectielaag lijken de ogen van veel dieren in het donker te gloeien. De kat is een klassiek voorbeeld, maar het komt bijvoorbeeld ook voor bij motten.
Dazen zien de wereld in streepjes
Torenvalk ziet urine van muizen

De torenvalk hangt in de lucht terwijl hij de grond onder zich afspeurt op muizen. Zodra hij er een vindt, duikt de valk naar beneden en slaat hij zijn klauwen in het slachtoffer.
Tot voor kort dachten biologen dat de roofvogel muizen kan zien vanuit de lucht, maar nu zijn wetenschappers erachter gekomen dat de torenvalk het ultraviolette deel van het kleurenspectrum ziet, waarbij de uitwerpselen en urine van muizen zichtbaar zijn.
Receptoren zien uv-licht
Met extra veel cellen in zijn oog kan de torenvalk een deel van het lichtspectrum zien waar wij niet bij kunnen.

Licht valt in het oog
Het licht valt door de lens en wordt op het netvlies achter in het oog gefocust.
Cellen vangen uv-licht
De lichtgevoelige cellen vangen bijvoorbeeld uv- en zichtbaar licht op, dat de cellen naar de gezichtszenuw sturen.
Urine is zichtbaar
De gezichtszenuw stuurt signalen naar het vogelbrein, dat zich er een beeld van vormt. Dit bevat ook uv-licht.
De roofvogel heeft meer lichtgevoelige cellen in zijn ogen dan wij, en hij kan allerlei golflengten waarnemen. Als de valk over het landschap uitkijkt, vangen sommige oogcellen het lichtspoor op aarde op dat hem vertelt waar er muizen hebben gezeten.
Hoe verser het urinespoor, des te sterker het oplicht, dus de valk kan op zijn vingers natellen in welke gebieden hij de meeste kans maakt op een goede vangst.

Dit zien wij

Dit ziet de valk
Spookdiertje ziet in het donker

Het spookdiertje heeft zulke grote ogen dat hij ze niet kan draaien.
Het Zuidoost-Aziatische spookdiertje is klein, maar zijn ogen zijn groot: zijn lichaam is slechts 10-15 centimeter lang, terwijl zijn ogen een diameter van wel 2 centimeter kunnen hebben.
Zijn kop bestaat vooral uit die ogen, die hij niet kan draaien – er is gewoon geen plaats voor de oogspieren die een draaibeweging zouden moeten aansturen.
Het spookdiertje is een nachtdier, en hoe groter zijn ogen zijn, des te meer licht hij uit de omgeving op kan vangen. De ogen van de halfaap zijn zo groot dat hij zelfs in het donker bijna normaal kan zien.
Die grote ogen hebben wel tot gevolg dat een flink deel van de hersenen van het dier gereserveerd is om de visuele indrukken te kunnen verwerken.
Ogen kijken boven en onder water

De hemelkijker houdt alle vijanden in de gaten.
Veel dieren kunnen in twee omgevingen zien, zoals in lucht en water, maar meestal niet in beide tegelijk. De hemelkijker leeft in Midden-Amerika en zijn ogen zijn in tweeën gedeeld.
Hij heeft ovale lenzen met een streepje pigment dwars erdoor. Het licht valt in het oog op twee netvliezen, waardoor de vis zich twee beelden tegelijk kan vormen.
De vis zwemt altijd met zijn ogen precies op het wateroppervlak, zodat hij in de gaten kan houden wat er boven en onder water gebeurt.