De kleinste hond ter wereld
De kleinste hond is, volgens Guiness World Records, de chihuahua Milly.
Met haar hoogte van 9,65 centimeter kreeg Milly in 2014 de titel van kleinste hond ter wereld. Het hondje overleed echter in 2020, en de titel is nog niet overgedragen.
Milly woonde in Puerto Rico met haar baasje Vanessa Semler, die haar Miracle Milly noemde. Miracle Milly woog slechts een halve kilo, en bij haar geboorte in 2011 was ze zo klein dat ze in een theelepel paste en met een pipetje gevoerd moest worden.
Het hondje Milly was ruim 11 keer kleiner dan Zeus, de grootste hond ter wereld.
Milly was niet alleen de kleinste hond, maar ook de meest gekloonde hond. In totaal zijn er 49 klonen van haar gemaakt.
Meer weten over honden? Lees dan ons artikel over de slimste en domste honden ter wereld.
VIDEO: Dit is Milly − de kleinste hond ter wereld
Toen Milly in 2020 overleed was ze 9 jaar.
De kleinste hondenrassen
Men denkt vaak dat de chihuahua het kleinste hondenras is. Maar als je naar gemiddelde hoogte (van de poten tot de schouders) kijkt, wordt die verslagen door een andere minihond.
Hieronder lees je alles over de kleinste hondenrassen, op volgorde van gemiddelde hoogte.
1. Dwergteckel

De dwergteckel is, vanwege zijn hoogte, gemiddeld genomen de kleinste hond ter wereld.
- Gemiddelde hoogte: 13-15 centimeter.
De dwergteckel is de kleinste soort teckel, en vanwege zijn gemiddelde hoogte is het het kleinste hondenras ter wereld.
De teckel komt uit Duitsland en hoorde lange tijd bij de adel.
Hij werd gefokt om jagers te volgen en in dassenhollen te graven. Met zijn langwerpige lichaam en korte pootjes kon de hond perfect graven.
De bijzondere lichaamsbouw van de teckel zorgt echter ook voor een verhoogd risico op een bepaald type hernia, ‘teckelverlamming’ genoemd. Door de lange rug kunnen er namelijk zenuwen vast komen te zitten in de wervelkolom, waardoor de hond zijn achterpoten moeilijker kan gebruiken.
Teckels staan erom bekend echte gezinshonden te zijn. Het eigenwijze hondje heeft wel erg veel zelfvertrouwen en heeft daarom niet altijd respect voor grote honden.
Lees ook ons artikel over hoe lang honden leven.
2. Chihuahua

De kleinste hond ter wereld was een chihuahua, maar het ras is gemiddeld niet het allerkleinste.
- Gemiddelde hoogte: 13-20 centimeter.
Hoewel de chihuahua niet het kleinste hondenras ter wereld is, is het wel het lichtste hondenras. Met een gewicht tussen 500 gram en drie kilo weegt hij beduidend minder dan de dwergteckel, die wel vijf kilo kan wegen.
De chihuahua komt waarschijnlijk uit de provincie Chihuahua in Noord-Mexico, maar we kunnen niet verder terug kijken dan de 20e eeuw, toen boeren uit Chihuahua de kleine hondjes aan Amerikaanse toeristen gingen verkopen.
De chihuahua is een speels dier met een groot ego en trekt graag de aandacht. Het hondje is ook een trouwe metgezel die te allen tijde zijn baasje wil beschermen, wat zich regelmatig uit in vijandelijk gedrag richting andere, vreemde honden.
3. Pomeriaan

Pomerianen waren populair bij de Britse koningin Victoria, die het ras meenam uit Italië.
- Gemiddelde hoogte: 15-18 centimeter.
De pomeriaan, ook wel Pom (of dwergkeeshond), is vernoemd naar de regio Pommern in Noordoost-Duitsland en Noordwest-Polen.
De kleine, vosachtige hond met zijn grote, donzige vacht is een van de populairste ‘toy dogs’, een verzamelnaam voor hele kleine hondenrassen.
Het ras is vooral populair geworden door de Britse koningin Victoria, die verzot raakte op het hondje toen ze tijdens een reis naar Italië een exemplaar mee naar huis nam.
Pomerianen wogen oorspronkelijk 9-13 kilo, maar sinds koningin Victoria is het hondje zo gefokt dat hij nog maar maximaal 3,5 kilo weegt.
Ondanks zijn kleine omvang heeft de pomeriaan een grote persoonlijkheid. Het is een levendig, intelligent, zelfverzekerd en extravert hondje dat gerust naar grotere honden blaft.
4. Yorkshire terriër

De yorkshire terrier werd oorspronkelijk gebruikt voor rattenjacht in Groot-Brittannië.
- Gemiddelde hoogte: 18-20 centimeter.
Je kent de yorkshire terriër misschien als een fijn, klein hondje met een gladde, lange en zijdeachtige vacht en een strik op zijn kop. Het hondje was eind 19e eeuw dan ook heel populair bij vrouwen van adel.
Maar voordat hij daar populair werd, hoorde het hondje bij de Britse arbeidersklasse. Het ras werd namelijk oorspronkelijk gefokt in Yorkshire, Noord-Engeland, waar hij op straat en in mijnen op ratten moest jagen.
De oorspronkelijke yorkshire terriër was groter dan de hond die we nu kennen.
Toen hij niet langer op ratten hoefde te jagen, zagen arbeiders hun kans schoon om geld te verdienen aan het ras. Daarom werd hij kleiner gefokt en kreeg hij zijn lange, zijdeachtige vacht.
Deze versie werd populair in adellijke kringen. Tegenwoordig komt het hondje ook voor met kortere haren.
De yorkshire terriër is energiek, moedig en dominant, en laat zijn grootte niet in de weg staan van confrontaties met grotere dieren. Hij is loyaal en zal zijn familie altijd proberen te beschermen.
5. Pekinezen

Pekinezen komen uit het oude China, waar hij de paleishond van de keizer was.
- Gemiddelde hoogte: 15-23 centimeter.
Pekinezen hebben een lange geschiedenis als ‘paleishond’ in Chinese dynastieën.
De pekinees was bestemd voor de keizer, en in de paleizen liepen daarom honderden van de kleine hondjes rond. Als iemand probeerde een van de waardevolle honden te stelen, kreeg die de doodstraf.
Pekinezen zijn naar Europa gebracht toen Groot-Brittannië Peking veroverde. De Britten namen vijf pekinezen mee naar huis als oorlogsbuit. Een van deze honden mocht bij hondenliefhebber koningin Victoria wonen.
De pekinees heeft als bijnaam ‘leeuwenhond’, wat deels door zijn platte neus, grote ogen en lange vacht komt, en deels door zijn zelfvertrouwen. Als voormalig paleishond is de pekinees namelijk een trotse en eigenzinnige hond. Hij doet meestal koeltjes tegen vreemden, maar is rustig en blaft zelden.