In 1 gram mos kunnen wel 20.000 beerdiertjes leven. De meeste soorten zijn vrijwel niet met het blote oog te zien, en de grootste zijn maar 1,5 mm lang. Foto: Science Photo Library
Gevonden op Antarctica
In november 1983 zijn door het Showa Station op Antarctica twee beerdiertjes verzameld, die samen met een eitje in een vriezer werden geplaatst van -20 °C.
Ruim 30 jaar later, in maart 2014, ontdooiden onderzoekers van het Japanse Instituut voor Poolonderzoek de diertjes weer. Het ene exemplaar redde het niet en ging dood, maar het andere beerdiertje was in een week weer op de been. Sterker nog: binnen de kortste keren had het 19 eitjes geproduceerd, en uit 14 daarvan kwamen gezonde jongen.
Het bevroren eitje werd ook ontdooid, en niet lang daarna kwam er een babybeerdiertje uit. Dit diertje produceerde vervolgens zelf 15 eitjes, waarvan er 7 uitkwamen.
Beerdiertje is levende dode
Dat beerdiertjes zich zo goed kunnen redden onder extreme omstandigheden, is te danken aan het proces cryptobiose. In deze toestand trekken de beerdiertjes hun acht pootjes in, waardoor ze op een tonnetje lijken, en verminderen ze hun stofwisseling tot 0,01%. Ze gaan in winterslaap.
Als de omstandigheden verbeteren, worden ze wakker, strekken ze hun benen en pakken ze hun leven weer op.
Hoe het precies komt dat beerdiertjes in staat zijn tot cryptobiose, is niet duidelijk. Maar de hoop is dat meer kennis ons meer zal leren over de grenzen van het leven. En als we de trucs van de beerdiertjes kunnen afkijken, leidt dat mogelijk tot vooruitgang op bijvoorbeeld het gebied van het invriezen van menselijke organen.
Verdiep je in ieder detail van ons fantastische heelal met een abonnement op Wetenschap in Beeld
Hier leven beerdiertjes
Op de bodem van meren.
In zee, tot op 4,7 kilometer diepte.
In de atmosfeer, tot op 10 kilometer hoogte.
Boven op de hoogste bergen ter wereld. Ze zijn tot op 6,6 kilometer hoogte gevonden, maar kunnen ook overleven op de top van de Mount Everest.
In de woestijn, onder andere in opgedroogde zoutmeren in de Sahara
Op Antarctica, op de ijskap van Groenland en op gletsjers.
In dakgoten, strandzand en mos.
Dit kunnen beerdiertjes
In cryptobiose kunnen beerdiertjes extreme omstandigheden aan:
1000 keer zo veel straling als de mens
Bevriezing tot -270 °C en verhitting tot 151 °C.
Hoge druk, tot 6000 atmosfeer
Lage druk, bijvoorbeeld in de ruimte.
Vacuüm
Beerdiertjes bestaan al een half miljard jaar
Je hebt waarschijnlijk nog nooit een beerdiertje gezien, want daar is gewoonlijk een microscoop voor nodig. De kleinste van de ruim 1000 bekende soorten wordt maar 0,05 millimeter groot, terwijl de grootste 1,5 millimeter kan worden.
Daarmee behoren beerdiertjes tot de kleinste meercellige dieren op aarde. Ze zijn zo klein dat ze geen speciale organen nodig hebben om hun cellen van zuurstof te voorzien. Ze laten de zuurstof gewoon door de huid naar binnen dringen.
Beerdiertjes leven op allerlei plekken, onder andere in mos en korstmos. Hier halen ze hun voeding uit planten- en dierlijke cellen.
Waarschijnlijk bestaan beerdiertjes al circa 540 miljoen jaar. Dat betekent dat ze er al 300 miljoen jaar waren toen de eerste dinosaurussen verschenen.
Test je kennis over beerdiertjes en andere extreme overlevers