Bambara / shutterstock
Tarsier

De eerste apen komen uit Azië

Het kaakbot van een primaat, gevonden in Zuid-Thailand, heeft bij paleontologen heel wat stof doen opwaaien. De ouderdom is vastgesteld op 35 miljoen jaar en dat zou kunnen betekenen dat primaten oorspronkelijk uit Azië komen – en niet uit Afrika, zoals tot nu toe altijd werd aangenomen.

Tarsier
© Bambara / shutterstock

I n 1996 nam de Thaise hoogleraar en paleontoloog Yaowalak Chaimanee deel aan opgravingen in de provincie Krabi in Zuid-Thailand. Ze leidde er een expeditie en kan zich één ding nog goed herinneren:

‘Mijn collega riep me: “Kom eens hier! We hebben iets gevonden!” Het was het kaakbeen van een primaat. Het was groot en bijna compleet, maar we wisten nog niet wat het precies was.’

Het bleek een geheel nieuwe soort te zijn. Een hoogontwikkelde primaat, waarvan de ouderdom nu is vastgesteld op 35 miljoen jaar. De aap heeft de naam Siamopithecus eocaenus gekregen en woog vermoedelijk zeven kilo. Hij leefde in het late eoceen, zo’n 58 tot 34 miljoen jaar geleden, toen zoogdieren zich over het land gingen verspreiden nadat het dinosaurustijdperk was afgelopen.

Teorier bliver udfordret

Deze vroege Aziatische vondst breekt met de theorie die tot nu toe de meeste aanhangers heeft: dat apen in Afrika zijn ontstaan en daarna naar andere delen van de wereld zijn verhuisd. Een vondst van vermoedelijk 32 miljoen jaar oud in Kenia en een aantal vondsten in Egypte hebben deze theorie ondersteund. Er zijn weliswaar ook andere, bijzonder oude aapfossielen gevonden in Azië, maar dat materiaal leverde niet genoeg bewijzen om de Afrikaanse theorie te verwerpen.

Maar daar komt met het onderzoek naar het kaakbeen uit Thailand verandering in, veronderstelt professor Yaowalak, die senior onderzoeker is aan het Thaise Department of Mineral Resources. Het kaakbeen bewaart ze nog altijd in haar eigen bureaulade, zodat ze het verder kan blijven bestuderen. Het is zwart, glad en glanst licht. De rij tanden onder in de kaak is nog gaaf; bovenin zitten nog vier tanden. Vanuit de kaak loopt een intact bot helemaal tot aan de oogkas.

‘De ogen zaten duidelijk aan de voorkant, en niet aan de zijkant. Bovendien had het dier een platte snuit en vrij grote hersenen. Dat betekent dat deze primaat hoogontwikkeld was’, legt ze uit.

Met deze lichamelijke kenmerken valt de Siamopithecus in de groep van mensachtigen. Deze omvat grofweg alle apen, van spookdiertjes tot de mens, met uitzondering van maki’s en lori’s.