Afrikaanse apen varen naar Amerika

1700 kilometer. In gevecht met tropische stormen en hoge golven. DNA en fossielen laten zien hoe een groepje stoere apen miljoenen jaren voor Columbus de Atlantische Oceaan overstak en de geschiedenis van het leven veranderde.

Een klein aapje knijpt met zijn ogen en kijkt uit over de oceaan. Hij zit aan het water en voelt het zand tussen zijn vingers door glijden. Maar dan hoort hij een luide kreet en vlucht hij naar het bos.

Enkele soortgenoten zijn bij hem, maar de rest van zijn verwanten bevindt zich op een afstand van bijna 2000 kilometer.

De aap en zijn metgezellen bevinden zich in Zuid-Amerika – circa 40 miljoen jaar voor onze tijd – en zijn de enige apen op het continent, dat op dat moment aan alle kanten door uitgestrekte oceanen is omringd.

Raadsel van apen zit onderzoekers dwars

Vandaag de dag hebben nakomelingen van de aap het continent veroverd. Zo’n 100 soorten leven in de enorme bossen, zoals brulapen, kapucijnapen, penseelaapjes en slingerapen.

Brulaap

Zuid-Amerikaanse apen, zoals deze brulaap, onderscheiden zich van hun Afrikaanse verwanten door hun naar opzij gerichte neusgaten en een sterke, soepele staart.

© Shutterstock

De oorsprong van deze apen in Zuid-Amerika houdt wetenschappers bezig. Want waar kwamen de dieren vandaan en hoe belandden ze op het continent?

Charles Darwin vond deels het antwoord, maar zijn opvolgers vertroebelden het beeld en zetten de wetenschap op het verkeerde spoor.

Pas nu hebben wetenschappers het jaren oude geheim ontrafeld met de genetische code van de dieren: de apen voeren van Afrika naar Zuid-Amerika.