De landbouwrevolutie van circa 10.000 jaar geleden heeft duidelijke sporen nagelaten in de huidige taal, blijkt uit onderzoek van de universiteit van Zürich in Zwitserland.
Boerenkost is er de directe oorzaak van dat we woorden met de klanken f en v kennen. Het boerenvoedsel heeft ons door de generaties heen lichamelijk veranderd.
Bovenkost leverde overbeet op
Toen ons hoofdmenu uit brood en pap van meel begon te bestaan, hoefde onze onderkaak niet meer zo sterk te zijn, en daarom houden we vandaag de dag de (lichte) overbeet waar we als kind mee geboren worden.
In de weinige culturen die hun levensstijl als jager en verzamelaar hebben behouden, verdwijnt de overbeet met de jaren doordat de onderkaak naar voren groeit; zo komen de tanden van de boven- en ondermond uiteindelijk op één lijn.
Links: gebit van jager-verzamelaar. Rechts: gebit uit de boerencultuur.
Zacht boerenvoedsel heeft ertoe geleid dat we ons leven lang een overbeet hebben. De v en f zijn daarmee beter uit te spreken.
Nieuwe klanken hadden hoge status
De f en de v, labiodentale medeklinkers, zijn met een overbeet 29 procent makkelijker uit te spreken, blijkt uit de computermodellen van de Zwitserse onderzoekers.
Ook toont hun onderzoek aan dat in gemeenschappen die zijn gebaseerd op de landbouwcultuur er wel vier keer zoveel labiodentale medeklinkers worden gebezigd als bij de huidige jager-verzamelaars.
Onderzoek naar de verwantschap van de talen laat zien dat de nieuwe klanken in circa 8000 jaar tijd gemeengoed zijn geworden.
Volgens de wetenschappers is de ontwikkeling mogelijk versterkt doordat het gebruik van de nieuwe klanken een teken van status was.