Is Jezus een historische persoon?

© Public Domain

Vergeleken met de hoeveelheid bronmateriaal waar historici gewoonlijk over beschikken bij mensen van 2000 jaar geleden, is het bestaan van Jezus vrij goed gedocumenteerd.

In diverse relatief onafhankelijke bronnen wordt een zekere Christus genoemd.

De belangrijkste bronnen voor het leven van Jezus zijn de vier evangeliën, die in het Nieuwe Testament staan. We weten niet precies hoe oud de evangeliën zijn, maar naar schatting zijn ze 60 tot 90 jaar na de geboorte van Christus geschreven.

Bijbelwetenschappers gaan ervan uit dat het Evangelie volgens Marcus het oudst is. Mattheüs en Lucas kenden duidelijk de weergave van Marcus en hebben deze gebruikt. Het Johannes-evangelie wijkt echter wezenlijk af. De verschillende verslagen sterken de overtuiging dat Jezus daadwerkelijk heeft bestaan.

Naast de evangeliën zijn de brieven van Paulus aan de Korintiërs belangrijke bronnen van het leven van Jezus. Deze zijn 10 tot 20 jaar na zijn dood geschreven.

Jezus komt voor in joodse en Romeinse geschriften

De joodse militair en geschiedschrijver Flavius Josephus (37-100 n.Chr.) noemt Jezus heel kort, en ook de joodse schriftgeleerden, zogenoemde rabbijnen, hebben het af en toe over hem.

Jezus wordt beschreven als een bastaardzoon van Maria en een Romeinse soldaat, die op de avond van Pesach werd gekruisigd.

De Romeinse historicus Suetonius (70-130 n.Chr.) schrijft dat keizer Claudius de joden uit Rome verdreef vanwege ‘een zekere Chrestus’.

Ook de beroemde Romeinse historicus Tacitus noemt Jezus. Hij vertelt dat keizer Nero in 64 n.Chr. de christenen de schuld gaf van de brand in Rome, en dat de christenen zich noemden naar Christus.