Wie waren de drie Wijzen uit het Oosten?

Het verhaal over de bezoekers in de stal bij Bethlehem kennen we, maar hoe weten we wie de Wijzen waren?

© Shutterstock

De drie Wijzen uit het Oosten, de mythische koningen of geleerden of zelfs tovenaars die het kindeke Jezus in de stal bij Bethlehem bezochten, spelen een belangrijke rol in het kerstverhaal. In een kerststal mogen ze niet ontbreken. Maar wie waren ze eigenlijk, en hoe weten we dat het er drie waren?

Pas vanaf 500 n.Chr. waren de wijzen met zijn drieën

De Wijzen komen in de Bijbel voor het eerst in het evangelie van Matteüs voor. Samen worden ze zelden genoemd, en nergens staat dat ze met z'n drieën waren, alleen dat ze uit het Oosten kwamen en drie geschenken meebrachten. Daardoor gingen mensen later waarschijnlijk geloven dat het er drie geweest moeten zijn, maar het is een gok, en in bepaalde verhalen komen wel 12 Wijzen voor. Hun namen worden overigens al evenmin vermeld.

De namen die ze later kregen – Melchior, de koning van Arabië, Caspar, de koning van Tarsis, en Balthasar, de koning van Ethiopië – komen uit een Grieks verhaal, dat er pas rond het jaar 500 bij is gekomen.

Ze hadden mooie geschenken bij zich

De drie koningen hadden goud, mirre en wierook bij zich.

Goud kennen we. Wierook is hout of schors van bomen van het geslacht Commiphora, dat lekker ruikt als je het brandt. En mirre is de hars van dezelfde boom. De goudbruine klompjes kun je branden zoals wierook of verwerken tot bijvoorbeeld zalf. De oude Egyptenaren kenden het al en gebruikten het voor het balsemen.