Seriemoordenaars voelen de drang om steeds weer te doden, en onderzoekers hebben nu het gen MAOA aangewezen als een deel van de verklaring.
Het gen regelt de afgifte van drie signaalstoffen in de hersenen: serotonine, dopamine en adrenaline.
Deze stoffen, neurotransmitters geheten, werken als een soort verkeerslicht dat de route van de zenuwsignalen beïnvloedt. Ze spelen daarmee een belangrijke rol voor onze gedachten en handelingen.
Seriemoordenaar heeft een mutatie
Een aangeboren mutatie kan het MAOA-gen gedeeltelijk uitschakelen, waardoor de hoeveelheid neurotransmitters toeneemt.
Daardoor kan iemand impulsief en agressief worden, en verschillende seriemoordenaars blijken nu dit gemuteerde gen te dragen.
Het MAOA-gen verklaart ook waarom meer dan 90 procent van alle seriemoordenaars man is.
Het gen zit namelijk op het X-chromosoom, waar mannen er één van hebben en vrouwen twee. Jongens kunnen dus door één mutatie al in de gevarenzone belanden.
Moeilijke jeugd activeert het gen
De mutatie alleen is echter niet voldoende om uit te groeien tot seriemoordenaar, want de jeugd speelt een beslissende rol.
Maar als de mutatie gecombineerd wordt met misbruik of verwaarlozing in de jeugd loopt iemand een groter risico om later in het leven gewelddadig en psychopathisch gedrag te gaan vertonen.
Een Amerikaans onderzoek wijst uit dat deze onfortuinlijke cocktail een tien keer zo groot risico geeft om in de gevangenis te belanden wegens een veroordeling voor zware geweldsdelicten.
Volgens verschillende onderzoeken zijn de meeste seriemoordenaars inderdaad als kind zwaar verwaarloosd.